De komende weken op deze plek een aantal budgettips in binnen- en buitenland – want na Blue Monday en dagen thuis zitten met de familie, willen we er wel weer eens op uit.
 
DUBLIN, IERLAND
Dublin. Misschien niet de meest voor de handliggende keuze voor ’s werelds grootse modeblad. Maar het Franse 'je ne sais quoi' waar wij zo dol op zijn, weten ze hier op een onovertroffen manier te vertalen naar:  'we don’t give a rat’s arse'. En ook daar houden we van bij ELLE. (En van de giga-Topshop in de oude binnenstad, maar dat terzijde).
 
De belangrijkste reden om naar Dublin te gaan, is de ongedwongenheid van deze stad. Dat zit 'em in de lieve mensen, de prachtige oude gebouwen – Trinity College, de universiteit van de stad, is een toeristische must – de prachtige natuur rondom de stad en het leven dat zich op straat (lees: in de pub) afspeelt. Het is misschien wel de meest no-bullshit stad ter wereld. Verstaan kun je ze amper, maar 'beer' spreken ze er allemaal. En met een lach.
 
Zelfs de stad zelf doet mee aan deze eenvoudige levensstijl: aan de ene kant van de rivier de Liffey vind je de high street-ketens en aan de andere kant vind je de meeste pubs.  
 
Maar vergis je niet, Dublin is niet voor niets hometown van wereldmerken zoals Google. Er zijn volop creatieve initiatieven, design, knappe boetieks en alle grote modehuizen hebben er een brandstore. Maar juist als je hier allemaal even helemaal geen zin in hebt, dan ga je naar Dublin. Of, zoals de taxichauffeur het op de weg terug naar de vliegveld omschreef: 'Outside of Ireland people are always looking for the perfect Irish color green on their walls. Here we don’t care, as long as it’s paint. And if there’s beer.' Ach zo. We hadden het niet beter kunnen zeggen. En we kunnen het iedereen aanraden.
  
We vlogen met Ryan Air voor slechts € 40 p.p. naar Dublin en voor een hotel betaal je gemiddeld € 70  tot € 100 per nacht.   
  
THE CLIFF HOTEL
Dublin kent tientallen niks-aan-de-hand hotelletjes die de typisch Ierse mentaliteit uitstralen. Schone kamers, vriendelijk personeel, een prima ontbijt en een even prima locatie. Je kunt kiezen voor een hotel net buiten de stadskern -het openbaar vervoer is er goed- maar juist omdat de binnenstad klein en gemakkelijk te belopen is, raden we voor de ultieme sfeerbeleving een centrale locatie aan. En dan maakt het, wil je één en ander betaalbaar houden, al snel niet meer uit waar je slaapt. Slechts een aantal hotels stijgt boven het gemiddelde niveau uit.
 
Eén van de uitblinkers is The Cliff Townhouse. Klinkt als een huis eenzaam bovenop een rots, is een hotel restaurant midden in de gezellige binnenstad. The Cliff Townhouse is de tweede vestiging van het Cliff Hotel, eveneens een bovenste beste tip. Toch verkiezen we het Townhouse boven het Cliff Hotel om twee belangrijke redenen: ten eerste de intimiteit van dit romantische hotel en ten tweede vanwege het prijswinnende restaurant.
 
Het hotel kent slechts 10 kamers, er is geen lift en ook de badkamers zijn niet per sé luxe te noemen. Maar de slaapkamers zijn romantisch, goed ingericht en van alle moderne gemakken voorzien.
 
Punt twee, het restaurant is een must. Het eten is er goed, het menu verrassend met nog veel meer dan alleen typisch Ierse gerechten (stoofpotjes!). Het restaurant zelf is even sfeervol als de kamer, waar je na een verrassend goed te betalen vijfgangendiner zo je bed inrolt. En de volgende ochtend, na de afdaling van de centrale trap – heel Oscar Wilde meets Tim Walker – doe je het in de ontbijtzaal, gevestigd in wat vroeger een weelderige 18e-eeuwse privé residentie was, allemaal nog eens dunnetjes over.  

The Cliff Townhouse, 22 Stephen’s Green, Dublin 2. Je slaapt hier voor ongeveer € 90 per nacht.
 

WILLIAMSSTREET

Ga je naar Dublin dan ga je naar Temple Bar, het is niet anders. Dit is niet één pub, maar een straat en een wijk vol met restaurants en bars. Je struikelt hier letterlijk over de dronken Ieren en toeristen maar toch is het een niet te missen deel van Dublin. De straten en de gevels doen middeleeuws aan, uit vrijwel elke bar klinkt de hele dag door live muziek en je kijkt er je ogen uit.

Aan de rand van Temple Bar vind je Williamsstreet, waar het er net allemaal even wat stijlvoller aan toe gaat. Het was hier dat we Crack Bird ontdekte, een creatief, basic maar ondertussen o zo hip kiprestaurant. Kip? Yep, enkel en alleen maar kip. Maar lekker! Aan de eenvoudige klaptafels (met mandarijntjes in plaats van nootjes)  bestel je lunch-, diner- of snackgerechten. Delen is een must want alles komt in grote bekers of schalen midden op tafel. Het personeel is er vriendelijk en supersnel, de kaart is uitgebreid, bier en wijn smaakt er goed en voor je het weet is er weer een regenachtige middag voorbij. Wil je Crack Bird bezoeken, dan moet je snel zijn: het kiprestaurant is een pop-up concept en sluit eind mei zijn deuren.

Crack Bird, 32 S William Street, Dublin 2