Al jaren laat ik in december Nederland achter me, om Kerst en Oud & Nieuw te ontwijken op een tropische bestemming. Zo ook dit jaar. De Filipijnen staan op het menu, vijf weken lang. Als ik mensen vertel dat ik vijf weken op reis ga is de eerste vraag uiteraard, 'waarheen'? Na mijn antwoord komt dan meteen een vragende blik, gevolgd door 'oh, alléén naar de Filipijnen? Verder niets?' De meeste mensen die langer dan de standaard drie weken gaan, proppen meteen meerdere landen in hun trip. In een maand naar Laos, Vietnam en Cambodja, bijvoorbeeld. Maar weet je, ik heb dus besloten dat niet meer te willen.

Slow travelling gaat het helemaal worden in 2017, mark my words.

Doen wij stiekem niet precies hetzelfde als we massaal met onze backpack naar Azië vliegen voor verlichting en ontspanning?

Wij Nederlanders doen altijd een beetje lacherig over Amerikanen, Japanners en Chinezen, die opgestapeld in grote bussen een week heel Europa doorkruisen. Foto bij de Eiffeltoren, even de Toren van Pisa omduwen, bier en worst eten in Berlijn, 879765690 uur in de rij staan voor het Anne Frank Huis in Amsterdam, en natuurlijk een doldwaze knotsgekke ludieke foto met klompen. Zo. Europa. Mooi daar man!

Maar doen wij stiekem niet precies hetzelfde als we massaal met onze backpack naar Azië vliegen voor verlichting en ontspanning? Laos, Cambodja, Vietnam, Thailand – de meeste mensen zien exact dezelfde dingen als al je Facebook-vrienden. Vorig jaar ben ik een ruime twee weken naar Sri Lanka gegaan, en toen merkte ik dat dat echt veel, véél te kort is. Als je alles wil zien van je wensenlijstje moet je in rap tempo doorreizen, maar als je ook nog een beetje, nou noem eens iets geks, wil ontspannen, is dat eigenlijk niet haalbaar. Dat wilde ik dit jaar niet meer. In plaats van minder zien in meer landen, ga ik vanaf nu voor meer zien in minder landen.

Stel je gaat twee weken naar Thailand, probeer dan niet 30 eilanden in je reis te proppen, maar kies er twee.

En ja, ik heb makkelijk praten, want als freelancer ben ik niet gebonden aan vakantiedagen, dus ik kan met laptop in m'n rugzak prima vijf weken of langer de hort op. Maar slow travel gaat niet zozeer om de lengte van je reis, maar vooral om hoe je het inricht.

Stel je gaat twee weken naar Thailand, probeer dan niet 30 eilanden in je reis te proppen, maar kies er twee. Of nog beter, kies er één. En ga dat eiland dan ook van onder tot boven ontdekken en verkennen, neem er de tijd voor, ga ook eens van de gebaande paden af. Die vlieger gaat voor elke bestemming op, zelfs bij citytrips. In plaats van alleen te kijken naar een culturele attractie, er even snel een foto van te maken en weer door te lopen, moet je eens proberen om het écht in je op te nemen. Is het mooi? Of lelijk? Indrukwekkend? Saai? En waarom? Dat klinkt heel zweverig, en weet je, dat is het ook. Maar uiteindelijk heb je dan een veel mooiere ervaring, kom je ontspannen en uitgerust weer thuis, en heb je nog meer reden om weer eens terug te gaan en nog meer te zien van het land in kwestie.

Dus, slow travel. Het is al een tijdje een ding in de zweverige mindfulness-hoek (dat soort hoekjes vind ik over het algemeen doodeng), maar ik stel voor om er een gewoonnormaalleuk ding van te maken. Meer zien, meer meemaken, en dan mogen we daarna weer met het volste recht met onze vingertjes wijzen naar mensen die zich hebben aangemeld voor een 'Europe in 3 days'-tour.

Zin in man.

Liesbeth ging in haar uppie op reis. Hoe dat was?

instagramView full post on Instagram