Een smal sliertje op de kaart van West-Afrika – op een piepklein stuk Atlantische kust na omringd door Senegal – met die ene rivier die het land als een slagader in tweeën splitst, waar de zon nagenoeg altijd schijnt, de mensen heel vriendelijk zijn en pinda's vrijwel het enige exportproduct. Dat is Gambia in een kleine notendop.

Team ELLE ging naar het kleinste land van Afrika, schoot er twee modeseries en kwam verliefd terug. Let's share the love.

1. Wat moet je weten?

Gambia is er één in de categorie Onverwachte Zonbestemmingen: als het hier koud is (winter) én als het hier warm had moeten zijn (een groot deel van de zomer) is het daar mooi weer. Het land duikt nog weinig op in lijstjes met vakantiebestemmingen op korte vliegafstand waar je gegarandeerd tropische temperaturen, strand en palmbomen treft. Onterecht, want Gambia vinkt alle hokjes aan. Maar inderdaad: Gambia is ook een ontwikkelingsland en ten tijde van de wisseling van de macht begin dit jaar was er even sprake van een instabiele situatie. Inmiddels is de rust teruggekeerd en behoort Gambia tot een van de veiligste landen van West-Afrika, waar verschillende stammen en religies vreedzaam naast elkaar leven. Voor vertrek kun je nederlandwereldwijd.nl raadplegen. Daarop geeft de Nederlandse overheid actueel reisadvies. ELLE's ervaring met Gambia was in elk geval heel positief. We spraken veel mensen en voelden ons zeer welkom en safe. Het land heeft lage criminaliteitscijfers. Volgens de lokale bevolking haalt vrijwel niemand het in z'n hoofd om zakken te rollen en zet niemand zijn auto op slot. En dat terwijl de bevolking, die voornamelijk leeft van wat visserij en landbouw (pinda- en rijstplantages), arm is. De opkomst van het toerisme is een logische ontwikkeling. Het biedt de lokale bevolking een welkome nieuwe inkomstenbron.

2. Wat kun je verwachten?

Palmbomen of niet, Gambia blijft Afrika. Verwacht geen deftige boulevards en grote kuststeden. Alles, ook de hoofdstad Banjul en kustplaats Serekunda, oogt dorps. Wel zijn er meerdere luxeresorts aan de stranden, waar je je ogen uitkijkt en als toerist alles vindt wat je wenst. Zodra je het terrein van zo'n resort verlaat, sta je midden in het dagelijks leven van de Gambianen dat zich vooral op en langs de straat afspeelt. In heel Gambia is slechts één stoplicht te vinden en is het dus oppassen geblazen voor overstekende koeien en voorrang opeisende taxi's. Ondanks de lichte chaos die er heerst is het een feest om er rond te rijden. De kleurrijk geklede mensen aan de – niet voor niets zogenoemde – 'smiling coast of Africa' zijn vriendelijk en nooit te beroerd je op weg te helpen, uitleg te geven of een andere ter plekke bedachte service te verlenen, waarbij je ze dan uiteraard heel blij maakt met wat dalassi, de Gambiaanse munteenheid.

3. Wat trek je aan?

's Ochtends is het nog aangenaam koel en kan het mistig zijn, maar zodra de zon doorbreekt is het zweten geblazen. Op het heetst van de dag kan het kwik met gemak boven de veertig graden Celsius schieten. Vergeet daarom niet een pet of hoed in te pakken om je hoofd koel te houden. Ben je mikpunt van muggen of altijd de pineut wat betreft verbranding door de zon, dan is luchtige kleding met lange mouwen en broekspijpen geen gek idee (zweten ga je, ook al is de luchtvochtigheid niet al te hoog, toch wel), anderen zitten met het bekende toeristenuniform shorts-en-top gebakken. Het overgrote deel van de bevolking van Gambia is moslim, maar lang niet alle vrouwen dragen bedekkende kleding en van toeristen wordt dit al helemaal niet verwacht. 's Avonds koelt het doorgaans af tot iets boven de twintig graden, soms frisser, afhankelijk van de tijd waarin je gaat. De sweater voor in het vliegtuig is dus ook een goeie om 's avonds in buiten te zitten.

4. Wat schaft de pot?

Veel hotels, vooral die langs de kust, serveren de voor toeristen bekende maaltijden, maar als je de kans krijgt om een typisch Gambiaans gerecht zoals domoda (kip of vis met pindasaus), yassa (kip of vis in een uiensaus) of benachin (een eenpansgerecht met rijst, groentesaus en vlees of vis) te bestellen: doen. Meteen. Onze favoriete plek om dit te eten – of eigenlijk die van onze gids Mamou, en die verkiest altíjd Gambiaans eten boven toeristenvoedsel, dus hij kan het weten – is het restaurant Kunta Kinteh op het gemoedelijke gelijknamige strandje, waar het in de avondzon zo mooi was dat we er meteen de coverfoto van ELLE juli schoten. Over avondzon gesproken: daar drink je het bekendste en tevens enige biertje dat in Gambia geschonken wordt bij, JulBrew, die in de hoofdstad Banjul wordt gebrouwen. Het sap uit de baobabbomen wordt ook veel gedronken. Even aanlengen met water als het je te zoet is.

Balafon Beach Resortpinterest
Foto: Lucas Hardonk
Balafon Beach Resort

5. Waar slaap je?

Wij verbleven een aantal nachten in het nieuwe Balafon Beach Resort in Kololi, de wijk van Serekunda waar ook de strip, een straatje met restaurants en bars, zich bevindt. De accommodaties van Balafon zijn in Afrikaanse stijl gebouwd, maar hebben een moderne inrichting en het strand en zwembad liggen pal voor de deur. Het personeel is servicegericht – na één ontbijt wist onze ober onze omeletwensen (tomaat, zonder kaas) al uit zijn hoofd – en de populaire Poco Loco Beach Club, waar je goed kunt eten en locals en toeristen 's avonds (karaoke)feestjes bouwen, ligt op drie keer vallen afstand.

Groot fan zijn we van de Ngala Lodge, een prachtig vijfsterrenresort met gigantische tropische tuin en uitzicht op zee. De Nederlandse eigenaar breidde het resort in ruim twintig jaar tijd uit met nieuwe luxe appartementen in steeds weer een andere stijl, maar immer met traditioneel Afrikaanse details. Slaap je hier niet, ga er dan in ieder geval langs om eens te eten. Hekkensluiter in de top-3 resorts waar we even binnengluurden: Coco Ocean Resort & Spa, niet in de laatste plaats vanwege het prachtig aangelegde zwembad. Tip: ga voor een luxe suite in plaats van een standard room om écht het vijfsterrengevoel te krijgen. De sterrenstandaard ligt in een land als Gambia net iets anders dan bij ons.

Misschien wel de mooiste stop in onze Gambia-trip was AbCa's Creek Lodge, bij het dorpje Kassagne, van de Nederlandse Carlijn en haar Gambiaanse echtgenoot Abdoul. Samen met hun zoontje Noah en honderden kwetterende vogels wonen ze op een idyllisch stuk grond in het binnenland, ver weg van de toeristische kust, midden in de mangroves, die uitlopen in de Gambiarivier. De twee bouwden er in korte tijd een aantal basic maar prima lodges en zorgen er eigenhandig voor dat hun gasten net zo veel van Gambia gaan houden als zij. Abdoul neemt je graag mee het water op om door het mangrovegebied te varen. Hij kent alle vogelsoorten bij naam in zowel het Engels als het Nederlands, plús bijbehorend geluid.

Wist je misschien niet, maar Gambia is een paradijs voor vogelaars. In totaal zijn er meer dan 550 soorten te spotten. In Abdouls bootje, met op de achtergrond de laaghangende avondzon, onbekend vogelgezang en om ons heen niets dan mangrove, schoten wij de mooiste foto's van onze eigen modevogel, model Romy (te zien in het augustusnummer van ELLE). Maar ook de directe omgeving van de lodges, de weg naar het nabijgelegen dorpje Bintang, diende als decor. De schoonheid van Gambia zit 'm juist in de braakliggende rijstvelden waar geiten en ezels grazen, waar indrukwekkende bomen groeien, de plekken die er in de ochtendmist magisch mooi uitzien.

6. Waarheen, waarvoor?

Het zijn precies die kleine dingen die een vakantie in Gambia zo mooi maken: de stilte, de natuur, rondwandelen tussen de honderd jaar oude bomen in het dorpje Bintang, waar groepjes vrouwen oesters schoonmaken en koken en kinderen nieuwsgierig op je afkomen. Maar er zijn zeker ook een paar bekendere bezienswaardigheden de moeite waard.

  • Ga je voor een vuurdoop, breng dan net als wij direct na aankomst in Gambia een bezoek aan de visafslag in Tanji. In de namiddag meren hier tientallen boten met vissers aan en wordt de buit van die dag in kleurrijke teilen op het hoofd van vissersvrouwen naar de kust gedragen, schoongemaakt en verkocht. Een groot deel van de vangst wordt er direct gerookt in grote, donkere, overdekte ruimtes. Het is er hysterisch druk. Mannen, vrouwen, kinderen, dieren; iedereen krioelt er door elkaar, is aan het werk, heeft er een kraampje, of komt even buurten. De vislucht is intens, maar zoiets als dit maak je zelden mee.

Tip: vraag altijd eerst of je van iemand een foto mag maken. Veel Gambianen houden er niet van gefotografeerd te worden, omdat ze geloven dat een foto je ziel steelt, maar ook om de simpele reden dat ze niet als bezienswaardigheid willen worden gezien.

  • Al even indrukwekkend zijn de grote lokale markten; de Royal Albert Market in Banjul en de Serekunda Market in Serekunda. Hier vind je oneindig veel, deels overdekte, marktkramen die hutjemutje naast elkaar zijn gebouwd. Het is er rammend druk, bloedheet en schmutzig, maar de ervaring is onvergetelijk. Het eten dat er verkocht wordt voldoet niet aan de hygiënestandaarden die wij gewend zijn; stoelgang-wise kun je hier dus beter geen boodschappen doen. Maar je vindt er ook souvenirs en krijgt er het échte Gambia te zien. Het is aan te bevelen om alle uitjes en excursies die je in Gambia doet niet op eigen houtje, maar met een gids te doen. Zeker bezoekjes aan deze markten: de koopmannen en -vrouwen zijn een stuk minder opdringerig als ze zien dat je met een local op pad bent, en dat is wel zo fijn. Afdingen is overigens heel normaal, ze zijn er niet anders gewend.
Street art, Wall, Iron, Art, Indian elephant, Tree, Metal, Graffiti, Elephants and Mammoths, Visual arts, pinterest
Foto: Denise Dissel
ELLE editor Moniek bij een muurschildering van Wide Open Walls
  • Voor een hoofdstad heeft Banjul behalve de Royal Albert Market niet veel te bieden, maar beklim wél even de imposante, enigszins uit de toon vallende toegangspoort Arch 22, vanwaar je overzicht hebt over het stadje en goed kunt zien hoe smal de strook land tussen de Atlantische Oceaan aan de ene en de Gambiarivier aan de andere kant eigenlijk is. Een bezoek aan het National Museum in Banjul leert je meer over de tradities en geschiedenis van Gambia.
  • Een van de bekendste excursies is Roots by Boat, een tour gebaseerd op het deels fictieve en deels op overleveringen gestoelde boek Roots: The Saga of An American Family (1976) van Alex Haley. Het vertelt het niet zo fraaie verhaal van Haleys voorvader, Kunta Kinte, een Afrikaanse man die in 1767 gevangen werd genomen en als slaaf verscheept naar Amerika. De excursie neemt je onder andere mee naar James Island, inmiddels bekend als Kunta Kinteh Island. De Gambiarivier vormde de eerste en belangrijkste slavenhandelsroute naar Centraal-Afrika en dit eiland was de plek waar miljoenen slaven tijdelijk moesten verblijven voordat ze de overtocht naar Amerika maakten.
  • In veel dorpjes worden langs de kant van de weg mooie houten beelden, doeken, sieraden en andere souvenirs verkocht en kun je ambachtslieden zien werken aan hun nieuwste houtsnijwerk.
  • Wat ons betreft het allermooiste strand van Gambia – prachtig en breed – is Paradise Beach, ook wel Sanyang Beach genoemd. Het ligt een eindje rijden van de meeste resorts, maar is, net als de weg ernaartoe door een ruig en onaangetast gebied, meer dan de moeite waard.
  • Wide Open Walls is een project van de Brit Lawrence Williams, eigenaar van de Mandina Eco Lodges, en plaatselijk kunstenaar Njogu Touray, die andere kunstenaars uitnodigden om in verschillende dorpen muurschilderingen te maken. Het resultaat is een streetartproject bedoeld om de lokale bevolking te steunen door de dorpen aantrekkelijker te maken voor toeristen. Eén van die dorpen is Gallo Ya, waar wij foto's schoten voor onze modeserie, in samenwerking met de kinderen uit het dorp. Ga met een gids, hij weet wat de gebruiken zijn en wat jij als toerist kunt bijdragen aan het dorp. (@wideopenwalls)

Ook naar Gambia? Corendon biedt directe vluchten aan, al dan niet in combinatie met verblijf. En laten wij nu een fijne aanbieding voor ELLE-lezers hebben. Een verblijf van 7 nachten (vertrek t/m april 2018) in een premium kamer van het Balafon Beach Resort in Kololi (4,5*), op basis van logies en ontbijt, inclusief retourvlucht naar Banjul, transfers van en naar de luchthaven, wifi, fles wijn op de kamer en 15 minuten voetreflexmassage in de spa, heb je al vanaf € 599 per persoon. Kijk voor alle info en voorwaarden op corendon.nl/elle of bel Corendon op 023 751 06 06. Deze aanbieding is geldig t/m 30 september 2017.

Uiteraard legden we ons bezoek aan Gambia ook op video vast. Bekijk hieronder de behind the scenes-beelden van ELLE's modeseries.

youtubeView full post on Youtube

Onze reis naar Gambia is mede mogelijk gemaakt door Corendon, The Gambia Tourism Board, African Adventure Tours, Balafon Beach Resort/Djembe Beach Resort, Abca's Creek Lodge en Ngala Resort.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE augustus 2017.

Slaapplekken met Zuid-Afrikaanse glansglans: hier slaap je in Kaapstad >