Alleen reizen. Als ik de verhalen van de talloze solo-avonturiers op mijn tijdlijn voorbij zie komen, kan ik niets anders doen dan ervan uitgaan dat het één groot magisch avontuur is om zonder reisgenoot op het vliegtuig te stappen en zo ver mogelijk weg te vliegen van alles wat bekend is. De foto's van kleurrijk, onbekend voedsel, de selfies met nieuwgemaakte vrienden en de verhalen over mensen die op reis een betere versie van zichzelf werden en zich realiseerde hoe ze de wereld konden veranderen, brengen mij toch lichtelijk in de verleiding om het ook eens te proberen, dat soloreizen.

instagramView full post on Instagram

Ik stapte daarom op het vliegtuig. Naar Israël, Tel Aviv om precies te zijn, omdat ik het Midden-Oosten beter wilde leren kennen. Bovendien zou er daar meer dan genoeg te zien en ontdekken zijn. Een plan had ik niet. Als ik genoeg had van Tel Aviv, kon ik met de trein naar de Dode Zee en Jeruzalem. Echt lang ging ik niet, twee weken om precies te zijn. Twee weken alleen-zijn leek mij voor een amateur als ik meer dan genoeg. En dat bleek het ook te zijn. De eerste dagen vermaakte ik me prima, maar na 72 uur alleen te zijn geweest, voelde ik me toch best wel, eh, alleen. Het dagboekfragment over mijn zevende dag in Israël omschrijft de reis ideaal.

Vandaag ben ik voor de vierde keer naar Jaffa, een oud stadje naast Tel Aviv, gegaan. Ik ben er via de kust naartoe gewandeld, net zoals gisteren. Ik vraag me af of ik een slechte avonturier ben omdat ik al vier keer op dezelfde plek ben geweest, maar blijf mezelf ervan overtuigen dat ik alleen op reis ben dus in principe alles kan doen wat ik wil. In Jaffa zocht ik een vlooienmarkt op waarover ik had gelezen. Ik kocht er een magneetje voor oma. Daarna ben ik via de kust weer helemaal naar de andere kant van Tel Aviv gelopen. Daar chillde ik op het strand en ging ik wat winkeltjes in, maar de kleding was precies hetzelfde als in Nederland. Eenmaal terug op het strand wilde ik beachvolleyballen met de jongeren die ik eerder deze week op het strand had ontmoet, maar die waren allemaal verder getrokken naar andere plekken in Israël. Lichtelijk teleurgesteld kocht ik kip bij een schattige oude vrouw die met haar kraampje op de boulevard stond. Ze was de eerste persoon die ik vandaag sprak, maar ze praatte Hebreeuws, dus ik begreep er niet veel van. Toen ben ik teruggegaan naar het hostel. Het meisje dat 's nachts opeens in paniek in een vreemde taal was gaan schreeuwen en mij een halve hartaanval had bezorgd, zat in de tl-verlichting haar was op te vouwen en hoe langer ik naar haar keek, hoe enger ik haar begon te vinden. Eenmaal op mijn kamer heb ik een ticket naar huis geboekt. Niet omdat ik het niet heerlijk vind om hier te zijn. Ik vind het zelfs geweldig om hier te zijn. Maar meer omdat het alleen-zijn me zwaar tegenvalt. Omdat ik gek word dat ik met niemand kan delen wat ik hier meemaak. Morgenmiddag vlieg ik naar huis. En ik ben blij.

En zo kunnen we stellen dat mijn eerste soloreis met een, tja, sisser afliep. Ik ontmoette geen vrienden voor het leven, had geen gouden ingeving waarmee ik de wereld zou kunnen veranderen en vond geen betere versie van mezelf. Wel werd ik bruin, wat op zich ook iets waard is, en weet ik nu dat alleen-zijn niet voor mij is weggelegd. Begrijp me niet verkeerd, reizen vind ik geweldig, maar de volgende keer neem ik weer gezellig iemand mee.