Het indrukwekkende gebouw waar het hotel in huist, werd in de 19e eeuw ontworpen door de Nederlandse architect Daniel Knuttel. Eerst huisvestte het de Rijkspostspaarbank, wat tot vandaag de dag te zien is aan de afbeelding van spaarvarkentjes op de ouderwetse tegels in de lange gangen. Daarna werd het een conservatorium. Onlangs, inmiddels honderd jaar later, is het gebouw opnieuw onder handen genomen. De Italiaanse architect Pierro Lissoni transformeerde het tot een waanzinnig hotel, waar Italiaanse luxe moeiteloos hand in hand gaat met oerhollandse elementen en – waarom niet? – een vleugje Azië. En dat zonder het oorspronkelijke gebouw geweld aan te doen.

MIX VAN SFEREN

In de lobby van het hotel is die mix van sferen het best zichtbaar. Onder een duizelingwekkend hoog, glazen plafond bevindt zich een klassieke lounge. Rondom de zwarte vleugel kunnen hotelgasten elkaar bekijken op sobere designmeubelen in verschillende tinten zwart, grijs en bruin. Italiaanse Kartell-tafeltjes, Hollandse Knotted Chairs, strakke daybeds: door het kleuren- en materialenpalet (veel leer, hout en touw), gaat het heel goed samen. De sfeer is intiem en gemoedelijk.

Om bij de kamers te komen, moet je door imposante, hoge gangen, waar je gedachten meteen afdwalen naar de muziek die hier vroeger geklonken moet hebben. De suites zijn iets strakker ingericht, maar ook hier overheersen natuurlijke materialen in de kleuren bruin, zwart en wit. Maar saai wordt het nooit. Want van een knipoog hier en daar – Delfts Blauwe bordjes bijvoorbeeld – is Lissoni ook duidelijk niet vies.

Check: www.conservatoriumhotel.com.

Meer (design)hotspots >