Iedereen met wie wij bevriend zijn en wiens leven niet beheerst wordt door een zwaar drugsprobleem mag op vrijdagavond op onze baby passen. Zo heeft Ezra in zijn vier maanden op aarde al een bonte stoet aan Amsterdammers voorbij zien komen. Niet dat het hem wat uit maakt. Met zijn handen gevouwen en onderuit gezakt in zijn maxi cosi kijkt hij het allemaal onverschillig aan. En altijd als we thuis komen slaapt hij als een roos. De verrader.

Onze vaste oppas is onze vriendin Nadia. Zij heeft Ezra zodanig toegeëigend dat het me niet zou verbazen als ze hem op een avond onder haar jas stopt en met de noorderzon vertrekt zodra wij onze hielen gelicht hebben. We hoeven Nadia ook niets te vertellen. Ezra is haar jongen. Ze weet als geen ander wat goed voor hem is.

Als Nadia niet kan, komen de anderen; meestal stellen, zo rond zes uur binnen. De vrouwen, ontspannen en verrukt als ze Ezra zien. De mannen, zenuwachtig en soms met blocnote in de knuist om de babyhandleiding precies te kunnen noteren. Dat klinkt niet erg geëmancipeerd, maar het is de botte waarheid.


Na een snel 'ok, superveel succes!' knalden we dan de deur achter ons dicht en draafden we als giebelende kinderen de trap af naar beneden.


Vrijheid!

Na binnenkomst van onze vrienden en na het openen van de eerste wijnfles van dat weekeinde lopen Willem en ik de avond dan even door. De eerste keren waren we snel klaar. 'Als hij huilt moet je rondjes lopen.' 'Zo rond 21:00 uur naar bed ofzo, kijk maar of hij wil slapen.' 'Die fles kan je over een uur geven denk ik?'

En natuurlijk het onoverkomelijke en nadrukkelijke 'Vooral. Bellen. Als. Er. Iets. Is.'

Door dat laatste voelden we ons in ieder geval een beetje in control. Wij, de ouders, zouden bij een tantrum naar huis snellen om ons kind binnen een paar minuten tot kalmte te manen. Wij kenden hem immers het best.

Eerlijk gezegd hadden we geen idee. Slapen, niet slapen. Blèren. Flesje wel leeg of niet. Alles was onderhevig aan de willekeur van de Goden. Of eigenlijk aan Ezra's ondoorgrondelijke buien. Die babysitters zochten het maar uit. Voor een avondje per week was ons temperamentvolle kind even niet onze verantwoordelijkheid.

Vaak hadden we onze jassen binnen no time aan. Na een snel 'ok, superveel succes!' knalden we dan de deur achter ons dicht en draafden we als giebelende kinderen de trap af naar beneden. Vrijheid!

Maar naar mate de weken vorderden en Ezra van een sacherijnig biggetje in een vrolijk jongetje veranderde met open ogen, lachjes en zich uitstrekkende handjes, werden onze rituelen ingewikkelder. En onze uitleg aan de babysitters ook gecompliceerder.

Vooral Willem heeft zich hierbij opgeworpen als reisleider in overdrive. Met steeds driftiger pasjes en orerend over de ins en outs van het avondritueel marcheert hij tegenwoordig door ons huis. Onze vrienden en ik schuifelen stilletjes en onder de indruk achter hem aan. 'Hier spreekt een vader,' denken we erbij. Of hoopt Willem dat we erbij denken.

'Kijk. In principe moet hij om veertien over zeven zijn laatste fles. Ikzelf doe daar dan ongeveer 2,3 gram Johannesbroodpitmeel bij. Tegen de reflux ja. Haha, ja reflux. Daar komen jullie wel achter als jullie zelf een kind hebben. Ok. Je doet de thermometer dus in het water. 37 Graden. Mag uitlopen naar 37,4, MAAR NIET MEER. Water doe je dan via deze trechter. Sarah, waar is die trechter? SARAH. Oh, hier naast me. Haha. Ok, water via de trechter in het flesje. Na het flesje moet je hem twintig minuten overeind houden. Hij vindt het leuk als je in zijn buikje kietelt, maar laatst maakte ik het geluid van een leeuw en dan moet hij huilen, dus doe dat niet. Nee, niet toch wel doen. Gewoon niet doen. Ok. Dan pak je zijn roze doekje en die leg je vast in zijn bed. Zijn roze doekje is zijn beste vriend. Niet vergeten dus. Dan leg je hem op de commode. Hij vindt het leuk als je 'de robot' met hem speelt. Ok. Daarna natuurlijk nog even een minuutje of tien zijn dikke plofbuik masseren. Beentjes fietsen. En dan zijn slaappak. Wacht, ik doe het even voor. Je legt het neer. Openritsen. Kijk, hier zitten dan de drukknoopjes. Dan eerst de beentjes en dan de armpjes. Dit moet je dus wel doen met Ezra er in, haha. Nee, maar serieus. Met Ezra er in. Ok. Dan til je hem op, doe je nog even de helikopter. Wat dat is? Wat denk je zelf? Ok, precies ja. Ja Sarah, ik weet dat we te laat komen. Bel dat restaurant dan dat we er over een half uur zijn. Hoezo al drie weken geleden gereserveerd? Ze wachten maar even. En dan in bed. Dan moet je wel razendsnel deze muziekdoos aan zetten, anders gaat hij huilen. Dekentje tot zijn middel, anders trekt hij het over zich heen en dan gaat hij dood. Haha. Nee, is niet grappig. Licht uit. Gordijnen helemaal dicht. Anders raakt zijn biologische klok in de war. Speentje in zijn mond. En dan slaapt hij. Als je het precies zo doet tenminste. En als er iets is: altijd bellen. Dan komen we direct.'


Weg van Ezra betekent tegenwoordig vrijheid én gemis. En vooral ook: schuldgevoelens.

De babysitters zijgen meestal een beetje ontredderd neer op een stoel en nemen een extra grote slok wijn. Ik probeer geruststellende knikjes hun kant op te werpen.

En als we dan uiteindelijk, nu heel traag, onze jassen aan trekken terwijl we als onrustige honden om Ezra heen blijven dralen en ik het restaurant uiteindelijk moet bellen dat we nóg iets later komen, realiseer ik me: met de rituelen is de werkelijke hechting gekomen.

Er is niets geruststellender dan avond na avond helikopter met je kind te spelen. Weg van Ezra betekent tegenwoordig vrijheid én gemis. En vooral ook: schuldgevoelens. Kan hij nog wel zonder ons?

Nadia hoef je nog steeds niets te vertellen. Willem schraapte laatst zijn keel om haar eens haarfijn uit te leggen hoe de Ezra-handleiding zich de laatste week wederom verder verfijnd had. Ze was hem voor en schopte ze ons met harde hand het huis uit. Wegwezen, bitches, zegt ze. Ga zuipen. Ik hoop dat jullie je parent guilt thuis gelaten hebben, appte ze me na een half uur.

Dus waar het eigenlijk op neer komt is dat ik nu een oppas voor onze parent guilt zoek.

Sarah Sluimer schrijft aan haar eerste roman bij Atlas/Contact en maakt programma's voor Paradiso. Willem Bosch is scenarioschrijver van oa Van God Los en Penoza. Ze zijn sinds drie maanden trotse ouders van een prachtige zoon. Ezra. In Amsterdam. En delen om-en-om hun ervaringen als kersverse ouders.

//

'In zo'n nieuwbouwwijk leg je voor je het weet de sleutels in een grote pot en heb je seks met je buurvrouw omdat je van ellende ook niet meer weet wat je moet doen.'

Lees verder >