KONINGSDAG 2013
Ik voel me alleen en ben op een feestje in Noord. Mensen brullen grappen in mijn oor. Ik hou niet van de muziek. 'Ik weet zeker dat hij zal smsen,' zeg ik tegen een vriendin. Ik heb hem een half jaar niet gesproken. Aan het einde van de dag smst hij. Hij wil me zien. Ik ren naar mijn fiets en trap dwars door de inauguratie heen naar de stad. Ik speur naar hem. Ik heb klamme handen.

Daar is hij dan. In matching denim. Geleund tegen een muurtje. Met een bakje aardbeien. Die hij heel erg bedacht staat leeg te eten.  
Terwijl de straaljagers schreeuwend over ons heen vliegen om de nieuwe koning zijn eerste eer te bewijzen, kijk ik nog eens goed naar hem en valt ieder belang van deze ontmoeting weg.

Op datzelfde moment is Willem iets even onbetekenends aan de andere kant van de stad aan het doen.
Twee weken later zien we elkaar voor het eerst en krijgen we direct verkering.


Ik ben zo verliefd. Laat dit altijd zo blijven.

KONINGSDAG 2014
Twaalf uur 's middags. Ik kijk Willem aan. Hij is al een beetje scheel van de pilsjes. Een vriend laat brullend van het lachen zijn hand lezen. Ik zie zijn vriendin op de brug staan. Ze onderhandelt met een paar meisjes over de prijs van een lachgasballon. 'Waar is Willem?' vraag ik aan de vriend. Hij wijst. Willem zit ergens tussen de struiken met een poedel naast zich. De poedel heeft een kroon op. Willem gaat met de poedel op de foto. Ik ren lachend naar hem toe. Ik ben zo verliefd. Laat dit altijd zo blijven. Het leven een feest.

Even later staan we klem tussen honderden andere dronken mensen. Een vriend van Willem vertelt over zijn pasgeboren kind. Dat je na een bevalling nooit meer hetzelfde naar je vriendin kan kijken. Zo gruwelijk, die vagina met dat hoofd er zo half uit. Dat het eerlijk gezegd heel erg zwaar is, zo'n baby. Dat we er maar eens goed over moeten nadenken of we er wel aan moeten beginnen. We knikken maar zo'n beetje. God zeg, waar heeft die vent het over. Een baby. We hebben nog heel veel te doen voor er een baby komt. We knijpen zachtjes en stiekem in elkaars handen. 's Nachts zwalken we zingend naar mijn huis. Nooit meer eenzaam, denk ik.

KONINGSDAG 2015
Doodmoe sta ik buiten. Op de Westerstraat wordt de muziek harder gezet. De eerste vingertjes gaan de lucht in. Ik sta in de rook van een braadworstentent. 'Gaat het?' vraagt Willem. Hij vraagt dat erg vaak de laatste tijd. Daarnaast zegt hij steeds 'niet sjouwen.' En: 'Nog maar zeven maanden. Wat is nou zeven maanden?' Nu trekt hij me uit de rook. 'Beter zo,' zegt hij.

Als een waakhond cirkelt hij om me heen, vanaf het moment dat we het wisten.
Ik kijk beteuterd naar mijn glas water. Willem drinkt heel voorzichtig een pilsje en kijkt schuldbewust naar me. Een vriend en een vriendin van ons arriveren. We vertellen het ze. Ze zijn blij voor ons, al zie ik dat de vriend zich met een schokgolf realiseert dat hij er nu ook aan moet geloven. Want zo gaat dat, met vriendinnen. Als er een schaap over de dam is, etcetera.


Willem pakt mijn gezicht vast en zegt:
'Volgend jaar met Koningsdag hebben we ons leven terug. Dat beloof ik je.'

Om de angst voor onze nu rap veranderende levens te bedwingen, praten we over baby's en zwangerschappen alsof we experts zijn. Terwijl: we weten niets. Kinderen zijn we.

De gesprekken om me heen worden langzaam steeds onsamenhangender.
Ik neem stille slokjes van m'n water en kijk naar de vieze sausbakjes op straat. De brullende corpsballen. Het meisje dat struikelt en bijna met haar schouder in m'n buik belandt. 'Ik moet echt even naar huis,' zeg ik tegen Willem. Thuis ben ik opeens intens verdrietig om alles wat nu voorgoed voorbij is en nooit meer terug zal komen. Willem pakt de zijkanten van mijn gezicht vast en zegt: 'Volgend jaar met Koningsdag hebben we ons leven terug. Dat beloof ik je.'

Daarna blijven we binnen en kijken naar Downton Abbey. Buiten klinkt het feestgedruis. We proberen het te negeren.

KONINGSDAG 2016
We zijn al vanaf zes uur 's ochtends wakker. Bibberend van de kou staan we, met Ezra in het wagentje, buiten. Er is nog niks te doen op straat. Ietwat gegeneerd lopen we straten op en af. Opeens zien we een groot bord. 'Oesters en champagne.' We bestellen gretig.
'Het is ons feest vandaag,' blijft Willem maar zeggen, terwijl hij Ezra nog eens extra instopt en z'n volle glas bijna vergeet.


We gedragen ons alsof de drooglegging eindelijk voorbij is.

We lopen verder. We horen opeens bij de mensen die stilstaan voor een jongetje dat krasserige vioolmuziek voortbrengt, terwijl hij z'n brilletje steeds recht op z'n neus zet. We kijken of we ergens Duplo kunnen vinden. We kopen cupcakes van twee meisjes die met snotterige vingertjes frosting op hun baksels smeren. We knikken begripvol naar de andere vermoeide ouders die hun kinderen voor zich uit duwen. Ze knikken terug. We zijn zomaar in een nieuwe groep opgenomen.

's Middags passen de grootouders op Ezra. Nu mogen we feest vieren. We gedragen ons alsof de drooglegging eindelijk voorbij is. En iedereen doet mee. We staan te zoenen alsof we elkaar net kennen. We grijpen elkaar beet als drenkelingen en blijven maar herhalen hoe goed het gaat. 'En dat we nog steeds zoveel van elkaar houden.'

Onze groep dunt uit. Uiteindelijk staan Willem en ik samen voor een bruine kroeg te twijfelen of we nog iets gaan drinken.
En dan kan ik het opeens niet laten: ik hobbel naar de uitsmijter en laat hem een foto van ons kind zien. 'Is hij niet lief?' lispel ik.
'Weet ik veel. Wil je er nou in of uit?' zegt hij verveeld. Ik kijk hem verbijsterd aan. Hij ziet me al niet eens meer. Diep gekwetst druip ik af.

En dan opeens weet ik het: als het kind er eenmaal is kan je nooit meer ontouderen.
Tegen Ezra kunnen geen duizend pilsjes op.

Sarah Sluimer schrijft aan haar eerste roman bij Atlas/Contact en maakt programma's voor Paradiso. Willem Bosch is scenarioschrijver van oa Van God Los en Penoza. Ze zijn sinds vier maanden trotse ouders van een prachtige zoon. Ezra. In Amsterdam. En delen om-en-om hun ervaringen als kersverse ouders.

//

'Ik raad alle jonge ouders aan in een PlayStation te investeren.
Dat scheelt ontzettend in de scheidingscijfers.'

Lees verder >