Vorige week heb ik de baby in bed gelegd en daarna uit een bouwput een graafmachine gejat. Niemand lette op, dus ik kon er zo mee weg rijden. Ik ben direct de snelweg op gegaan en heb met mijn scheparm keihard op het eerste het beste autootje gemept. Het zal je verbazen hoeveel kracht zo'n ding heeft. Het hardste ijzer deukt in elkaar als een harmonica. Daarna heb ik een paar tegenliggers omver gekieperd. Daarbij slingerde ik wel iemand door de voorruit, dus die heb ik vervolgens in mijn bakje geschoven en toen ben ik met dat lijk fier voor me uit verder gaan rijden. Gek genoeg leek niemand er echt van op te kijken. Uiteindelijk heb ik toen graafmachine en lijk maar in de rivier gereden en ben er vandoor gegaan. Op naar nieuwe avonturen.

Sinds een paar maanden hebben we een PlayStation. Willem kwam er op een gure middag stralend mee thuis. Eerst was ik helemaal niet blij. Tussen het eindeloze rondsjouwen, flesjes geven, en vierduizend verschillende stemmetjes opvoeren ter vermaak van de kleine dictator door had ik me voorgenomen nog eens een boek te lezen.

De Playstation luidde het eindstation van onze moeizaam in stand gehouden beschaving in, zo redeneerde ik. Als een stelletje doodmoeie sukkels met vies haar en gore melkvlekken op onze oude truien zouden we avond na avond zwijgend naar het scherm staren. Een pizza tussenin, op knopjes rammend en misschien ook wel een beetje woedend om hoe ons leven er in een jaar tijd uit is gaan zien. Nee. De PlayStation zou het einde van alles betekenen.


Gamen was niet langer een hobby voor mensen met een fikse sociale stoornis, maar een ticket to escapism

Maar toen liet Willem me Grand Theft Auto zien. Een spel met een wereld die zo groot is dat het je een maand of drie kost om alle bergweggetjes, winkelstraatjes en stranden te bezoeken. Alles kan. Zonnebrillen kopen, hoeren oppikken, zestig blikjes frisdrank achter elkaar drinken en golfkarretjes opblazen met een handgranaat. En plots was gamen niet langer een hobby voor mensen met een fikse sociale stoornis, maar een ticket to escapism tijdens de eindeloze avonden waarop wij waken over ons kind. Grand Theft Auto bleek onze redding en ook nog eens een manier om elkaars zwartste diepten te leren kennen.

We spelen netjes om en om en zijn sportief naar elkaars speltechnieken. Waar we in het leven met Ezra wel eens radeloos naar elkaar schreeuwen dat de ander nu wel eens rond de tafel mag sjokken tot hij eindelijk in slaapt valt, zo geduldig zijn we in het kijken naar elkaars strapatsen in de virtuele wereld. Zo vindt Willem het leuk om eindeloos in zijn eentje door de zee te zwemmen. In het donker. Wachtend op haaien die nooit komen. Of om een half uur rond een rioleringsbedrijf heen en weer te springen met de zogenaamde superjump, waardoor je met het geluid van de wind in je jas metershoog de lucht in vliegt.

In onze spaarzame conversaties tijdens het spel verzuchtte Willem een keer 'Als ik superjump voel ik me weer een beetje vrij.' In die zin zat een onmetelijke tragiek besloten waar je als jonge ouder niet al te graag over na wil denken. Maar je durft zoiets dus wel opeens te zeggen terwijl je naar een scherm kijkt en niet naar elkaar. En dat heelt.


Ook sla en schiet ik heel veel mensen en zelfs koeien en varkens dood

Ik vind het fijner om in de stad te blijven, want daar is zoveel te zien. Ik stop bij iedere donut- of kippentent in de hoop dat ik er - tegen beter weten in - naar binnen kan. Ook sla en schiet ik heel veel mensen en zelfs koeien en varkens dood. In principe ben ik, zo zouden we kunnen stellen, een simpele sadist.
Willem is daarentegen een veel gecompliceerder psychopaat.

Staat hij eerst nog de baby te wiegen en liedjes voor hem te zingen, het volgende moment loopt hij minutenlang heel dicht achter een man aan en duwt hem af en toe omver. 'Zei je nou iets tegen mij?' mompelt hij er zachtjes bij. Pas na heel lange tijd besluit hij hem uit zijn lijden te verlossen met een automatisch geweer. Of hij laat hem juist gaan, zodat hij zwaar getraumatiseerd de rest van zijn leven moet slijten. Ik vind dat alles soms licht verontrustend, maar toch ook wel fijn. De wreedheid in jezelf delen is immers mateloos intiem. Misschien nog wel intiemer dan een zacht gefluisterd 'ik hou van jou.'


Sinds Grand Theft Auto in ons leven is wordt er minder gezopen, minder gevochten en minder gewanhoopt.

De continue tederheid die het opvoeden van een kind vereist, de eindeloze brabbelconversaties die we met hem voeren, de weke voeding, de tingeltangelmelodie van de muziekdoos die naast zijn bed staat, de overweldigende liefde die we opeens voor ons driemanschap voelen: dat alles compenseren we door soms even keihard en meedogenloos van ons af te slaan in een universum zonder consequenties. Sinds Grand Theft Auto in ons leven is wordt er minder gezopen, minder gevochten en minder gewanhoopt. Brood en spelen, zo simpel is het.

Ze zeggen wel eens dat de kracht van je relatie voornamelijk in het eerste jaar dat je een kind hebt getest wordt. Ik raad dan ook alle jonge ouders aan in een PlayStation te investeren.
Dat scheelt ontzettend in de scheidingscijfers.

Sarah Sluimer schrijft aan haar eerste roman bij Atlas/Contact en maakt programma's voor Paradiso. Willem Bosch is scenarioschrijver van oa Van God Los en Penoza. Ze zijn sinds vier maanden trotse ouders van een prachtige zoon. Ezra. In Amsterdam. En delen om-en-om hun ervaringen als kersverse ouders.

//

'Eerlijk gezegd hadden we geen idee: slapen, niet slapen, blèren, flesje wel leeg of niet.
Die babysitters zochten het maar uit.'

Lees verder >