Mochten jullie de komende tijd een opvallend strijdvaardige terrorist op tv zien, denk dan: dat is de schuld van Sarah en Willem. En van Ezra. Van Ezra in het bijzonder.

In plaats van Parijs gaan we nu naar Curaçao. Want daar zijn geen terroristen heb ik me laten vertellen, en áls ze er zijn zullen ze vast het zwemmen met schildpadden verkiezen boven het neermaaien van onschuldige, zij het ietwat ordinaire, Nederlandse vakantiegangers.

In twee weken hebben we een huis, drie tickets, een auto en een crèche gevonden op Curaçao. Dus we gaan daar nu heen, en in Parijs staat er een huis linksonder Gard du Nord voor drie maanden leeg.

Over anderhalve week gaan we vliegen, en daar zag ik het meeste tegenop. Vliegen Met een Baby lijkt mij een fatsoenlijke reden om géén kinderen te krijgen, en vliegen met Ezra is dan nog iets erger, ben ik bang.

Ezra is namelijk een tamelijk agressief kereltje. Hij is ook heel lief en schattig, en al die dingen die je over je eigen kind zegt. Maar Ezra kan ontploffen, en dat kan hij doen op de gekste momenten. Gisteren was Renée, één van Sarahs' beste vrienden bij ons op bezoek, en Ezra wil beste vrienden nog wel eens begroeten met twee vuisten omhoog en een schreeuw die normale mensen bewaren voor doodsangst of WK-winst.

RAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAH!

En dan moeten we nog tien uur in een vliegtuig.

Een week geleden haalde ik Ezra op bij de crèche en zag ik dat alle baby's op de grond lagen te rotzooien met blokken en afgekloven bijtringen. Ezra lag als enige als een soort oudere Marlon Brando op een wipstoel-troon, een meter boven de andere baby's. Toen ik de leidster vroeg waarom hij niet op de grond lag bij de rest vertelde ze aarzelend: dat hebben we geprobeerd. Maar als we dat doen wordt hij heel - erg - kwaad. Dan begint hij met dingen te smijten en te schreeuwen tot we hem op een troon boven de rest zetten.

Ezra is, kortom, niet alleen buitengewoon agressief, hij kan soms ook moeilijk met een aantal anderen zich in een kleine ruimte begeven. Net als zijn moeder, fluister ik erbij.

En dan moeten we nog tien uur in een vliegtuig. Ik hou mijn hart vast omdat ik zelf ook vliegen haat. Het doet me pijn aan m'n oren, de hele vlucht lang. En Ezra heeft mijn oren. En mijn agressie.

Een week geleden stond er in de New York Times een column met als kop: 'Flying with shrieking childeren? Give your neighbours a goody bag.'

De strekking van het stuk was: als je gaat vliegen met een baby, bereidt dan een aantal diepvrieszakjes met snoepjes en oordoppen voor met daarbij een gek briefje in de trant van: 'Hallo ik ben Ezra. Ik huil soms, OEPS! Mijn papa en mama doen hun best om mij stil te houden, maar hier een paar oordoppen voor de zekerheid.'

Ook staat er in dat stuk: 'When a child cries in my ear in a cramped airplane, I just want the noise to stop. And I'm clearly not the only one to find such behavior upsetting.'

Sinds ik dat stuk heb gelezen voel ik me een stuk beter. Want ik haat de schrijver van dat stuk en ik háát de mensen die het met hem eens zijn. Baby's zijn baby's, en die huilen soms. En iedereen is ooit een baby geweest, en sommige mensen zijn het nog steeds.

Ik ga niet alleen géén goodybags voor m'n medepassagiers maken, ik kijk ook stiekem een beetje uit naar de eerste omhooggevallen kinderloze zakenman die ons komt vragen of ons kind misschien een beetje stil kan zijn.

Dan zal ik Ezra een laten zien hoe een Bosch zich kwaad maakt.

Met m'n vuisten omhoog en in koor met mijn zoon: RAAAAAAAAAAAAAAAAAH!

Soms denk ik dat vluchten geen zin heeft. Soms denk ik dat wíj de terroristen zijn.