Het gesprek gaat over wat er nog komen gaat en wat we willen voorkomen. Het is een spannend gesprek, omdat het gaat over wie we gaan worden. Het is een bezwerend gesprek waarin we ons vrijer en ruimdenkender voor doen dan we zijn. Het is een hoopvol gesprek, omdat we er blufferig van uitgaan dat alles nog beter zal gaan dan nu. Het gesprek heet: Willem en Sarah als veertigers.

Allereerst hebben wij het onbegrijpelijke idee van onszelf dat we beiden gemaakt zijn voor onze veertigersjaren. Twintig? Best ellendig. Dertig? Iets beter, maar zo druk met kinderen en werk. Veertig? Sexy as hell en klaar voor de beste tijd van ons leven.

De jongens storten hun hart bij mij uit, coole moeder als ik ben

Het idee is als volgt: er zijn twee of drie kinderen. Er is een groot huis. Er zijn stiekeme sigaretjes en geweldige flessen wijn. En kinderen die binnen komen vallen met vrienden en vriendinnen, die dan allemaal een glaasje krijgen – want wij doen niet moeilijk. En we luisteren naar onze kinderen en hun aanhang en vertellen hen dat ze kunnen worden wat ze willen. En de jongens storten hun hart bij mij uit, coole moeder als ik ben, terwijl de meisjes stiekem een beetje verliefd zijn op Willem.

En als Ezra met een braaf blond hockeymeisje thuis komt, zeg ik 's avonds tegen Willem dat dit me toch een beetje van hem tegenvalt en lacht hij vergoelijkend omdat ik 'zo'n moeder' ben geworden. En Willem staat elke avond grote stukken vlees te bakken terwijl hij Brabantse liederen zingt en dat laatste is een beetje gênant voor iedereen, maar dat mag, omdat hij een vader is.

Maar dan blijkt ex-man 'Pieter' toch een fijnere vent te zijn geweest dan de Italiaanse banketbakker van negenentwintig

Het bezwerende zit 'm in het feit dat we in onze eigen omgeving voornamelijk veertigers zien die het erg zwaar hebben. Ze gaan uit elkaar, beginnen affaires, zijn diep ongelukkig of juist veel te euforisch omdat ze XTC hebben ontdekt. Ze zuipen alsof het iedere dag Carnaval is. Ze zijn moe en verveeld. Ze zijn opnieuw begonnen, maar dan blijkt ex-man 'Pieter' toch een fijnere vent te zijn geweest dan de Italiaanse banketbakker van negenentwintig. Het is een puinhoop, hoe dan ook.

En wat er ook gebeurt: wij zijn er van overtuigd dat we het natuurlijk allemaal heel anders gaan doen.

Het cliché van de jonge actrice die Willem op de set ontmoet op wie hij, en echt, hij heeft geprobeerd het tegen te houden, smoorverliefd is geraakt? Gaat ons niet gebeuren. De oudere kunstenaar die als halve vaderfiguur gaat opereren en waar ik me zo ontzetten véilig bij voel? No way. Maandelijks roepen we het wel een keer naar elkaar: NO WAY. Alsof dat iets helpt.

Zo gaan we de angst te lijf dat ook wij, net als al die anderen, uiteindelijk niet zo houdbaar zijn als we denken. Maar. Er moeten natuurlijk ook oplossingen gevonden worden voor de onvermijdelijke verveling. Oplossingen die bijdragen aan het geweldige verzinsel dat ons toekomstige leven is.

Dus hebben we besloten dat 'over een jaar of tien' een kleine affaire hier en daar geen probleem mag vormen. Nee, geen serieuze verliefdheden, maar natuurlijk gunnen we de ander al het plezier van de wereld. Het is misschien zelfs wel leuk, zo brallen we door. Dat je samen de harde kern vormt, maar dat er af en toe iets voorbij wandelt waar je even aan mag zitten.

Want als ik heel eerlijk ben vind ik dat idee van het toekomstige 'geflierefluit' helemaal niet zo prettig

Soms overdrijven we zo vreselijk in die voorgenomen leven-en-laten-leven-filosofie dat het bijna lijkt alsof we elkaar het bed van een ander in jagen. Alsof het echte schrikbeeld een enigszins suffe, monogame relatie is. Voor je het weet hebben we het over gescheiden etages, de een boven de ander, waar we helemaal kunnen doen waar we zin in hebben, maar wél iedere avond gezellig met het hele gezin eten.

'Nu zitten we teveel te Youp van 't Hekken,' zeg ik dan wel eens, want als ik heel eerlijk ben vind ik dat idee van het toekomstige 'geflierefluit' helemaal niet zo prettig.

Hoe we het dan wel gaan regelen: ik heb geen idee. Ik kan me nu niet voorstellen dat we op een dag wakker worden, elkaar aan kijken en even helemaal niks van elkaar vinden. Of erger nog: dat we die ander liever even niet zien. Maar het gebeurt. Iedereen gaat voor de sleurbijl, soms een maand, soms een jaar. Soms definitief. En iedereen die de tergende saaiheid weet te voorkomen door een open relatie, zit weer met andere ellende.

Onbestemde vlekken, het groene monster dat door je lijf raast, appjes aan de verkeerde afzender. Je moet er toch niet aan denken. Het is een onmogelijk dilemma waar vrijwel iedereen over struikelt. Het gezin als hoeksteen van piepschuim of als onverzetbaar stuk beton: het is kiezen uit twee kwaden.

Mijn voornemen is nu: laten we het niet te gek maken, maar ook niet te beklemmend. We zien wel.

Als Ezra uit protest tegen z'n gekke, vieze ouders maar niet met een braaf hockeymeisje thuis komt.