Maarten Spruyt is stylist, icoon, maximalist, ferventverzamelaar en een van 's lands creatiefste breinen.Zijn werkgebied strekt van Lowlands tothet Rijksmuseum. Hij werd onlangs bekroond meteen ELLE Stijloeuvre Award. Hoe werkt zijn brein?

Wereldbollen en planten. Als je ooit langs het Amsterdamse venster van Maarten Spruyt bent gelopen, dan weet je: dit gaat over dat ene huis, tussen de Stopera en de Hermitage in. Al jarenlang verbergen enorme planten en tientallen wereldbollen in het raam wat er verder in het pand gebeurt. Daarachter, daar werkt en woont een van de fijngevoeligste stylisten die ons land kent. In het kort: hij houdt van 'spullen'. Heel veel. Zijn liefde voor 'dingen' bleek niet alleen goed voor een imponerende modecarrière, maar voegde ook in de museumwereld veel toe. Want een goed kunstwerk is één ding, maar hoe presenteer je dat als museum op de beste manier, zodat je de kunstenaar eert en de bezoeker ontroert? Nou zo: door Maarten Spruyt naar alles te laten kijken en de inrichting van je tentoonstelling te laten bepalen. Als een acteur kruipt hij in de huid van een object, hij kijkt naar kleuren en details, zoomt in en uit, kan een halszaak maken van zaaldeuren die open of gesloten moeten blijven, en verft desnoods hele muren in een kleurverloop, 'als dat beter werkt'. '

Sjarel Ex, directeur van museum Boijmans Van Beuningen, spreekt over een talent dat niet valt te faken: 'Zijn kunstenaarschap zit in het feit dat hij iets zichtbaar kan maken wat wij niet zien.' Wim van Krimpen, voormalig directeur van het Gemeentemuseum Den Haag, is al even onder de indruk: 'Maarten Spruyt is iemand die zichzelf in de hand houdt terwijl hij voortdurend op ontploffen staat.' Maarten Spruyt zelf? Die beseft dat er iets grenzeloos aan zijn liefde voor dingen zit. 'Er zit een dunne lijn tussen de Man Bijt Hond­-achtige hoarder en mij, de manier waarop ik leef, waarop ik verzamel, en waarop ik mezelf verlies in objecten. Er hoeft bij mij in mijn geestelijke staat maar iets fout te gaan, en ik word hier met hulp van de bestrijdingsdienst uitgezet.'

Dat gebeurt er dus achter die wereldbollen en planten. Wat gebeurt er in Maarten Spruyts hoofd?

ALLES HANGT SAMEN

In Maarten Spruyts wereld van kijken, lijkt er een belangrijke grondwet te bestaan: niks staat op zichzelf – iets staat altijd naast iets. 'Als je een model een glas wijn geeft, dan is elke houding die ze aanneemt totaal anders dan wanneer je haar een glas water geeft. Iets schijnt altijd een licht op waar het naast staat. Alles staat in verband met elkaar. Ook als persoon word je altijd geïnterpreteerd in een context. Toen ik net in Amsterdam kwam wonen en opvallend gekleed over straat ging, had een groepje bouwvakkers daar niet altijd leuk commentaar op. Maar was ik in dezelfde straat voor een shoot aan het werk met een fotograaf naast me, dan wilden ze met me op de foto – dan had ik iets popsterachtigs of artistieks.'

instagramView full post on Instagram

Hoe belangrijk is dat effect voor je in je werk?

'Ik zoom voortdurend in en uit. Bij een kunstwerk kijk ik eerst naar het werk zelf; welke kleuren zie ik, welke details? Daarna kijk ik naar de lijst, die vaak niet origineel is maar door een verzamelaar eromheen is gemaakt. Dan kijk ik naar een hele ruimte. Hoe past iets in het grotere geheel? Ik kan pas uitzoomen als ik eerst goed heb ingezoomd, en tijdens het proces wissel ik daar ook nog telkens tussen. Uiteindelijk komt er dan een gelaagdheid in het totaalbeeld, die zorgt dat je wordt geraakt. Jij als bezoeker ziet dan heus niet alle kleine details waar ik op heb gelet, maar als geheel zorgt het wel voor iets wat uiteindelijk effect heeft op jou, wat een gevoel oproept.'

Zijn er trucjes die je daar vaker voor gebruikt?

'Ja. Ik hou ervan om in een kleurrijke tentoonstelling een zwart-witte zaal te maken, omdat je daarna de kleur weer beter ziet. En zeepbellen: als ik ergens een grote zeepbel omheen kan maken, dan denk ik: yes. Ik mijd verder het liefst clichés. Bij een tentoonstelling met couturejurken wilde iedereen een rode loper. Dat hebben we niet gedaan. We hebben uiteindelijk Parijse daken van zink gemaakt, waardoor het leek alsof je over de stad liep. Ook waren er jurken van de Chinese ontwerpster Ma Ke, begraven in aarde. Niemand had het niet over die begraven jurken.'

DE NORM

'Ik ben vroeger veel gepest. Achteraf kan ik goed zien waarom, want ik groeide op het platteland op en er waren nogal wat dingen waarin ik afweek van de norm. Zo had je op mijn basisschool op vrijdag de weekafsluiting, waar ook verkleden bij hoorde. Ik smeerde dan theatraal make¬up uit over mijn hoofd, want dat had ik gezien in een videoclip van David Bowie – het waren de jaren zeventig en door de jongerenstroming New Romantics experimenteerden zelfs superheterobands als Duran Duran met make-up. Later op de middelbare school ging het hoor, want daar droeg ik nog steeds make-up, en schoudervullingen. Het is uiteindelijk gestopt hoor, en ik heb er veel van geleerd. Waarom ik dit vooral vertel: die make-up bij de weekafsluiting en die schoudervullingen, dat kwam vanuit mij. Niet uit de wens om me af te zetten tegen de norm.'

Is dat een veelvoorkomend misverstand over normafwijkende mensen?

'Ja, ik vind dat we "afwijken van de norm" te makkelijk wegzetten als een schreeuw om aandacht. Afwijkende mensen worden ook sneller als een slachtoffer van alles gezien. Terwijl: zij hebben ook niet gevraagd om die norm, die is er gewoon, ongevraagd – toevallig passen zij daar gewoon niet in. Die norm geeft niemand het recht om commentaar te geven op zij die daarvan afwijken.'

ZEG NOOIT NOOIT

'Ik kan niet zeggen dat ik iets nooit zou doen. Net als dat je niet van tevoren weet hoe je in een noodtoestand reageert, kun je niet van tevoren iets afzweren. Wel ben ik voorzichtiger met dingen. Dat pistolending van een aantal jaar geleden – toen we ook die tassen zagen met een pistoolreliëf – vind ik inmiddels not done. Ik wil wel een fijngevoeligheid in mijn werk houden. Verder hou ik graag alles open, want het ligt altijd aan de context waarin je iets doet.'

Zou je ooit iets kunnen doen waarin veel van tevoren moet worden vastgelegd?

'Misschien is dat iets wat ik nooit meer zou kunnen doen. Ik zet in mijn werk best een groot terrein neer om mezelf te kunnen zijn. Zo wil ik op een shoot inderdaad dingen aan het moment over kunnen laten. Dat zorgt ervoor dat ik soms met een vrachtwagen vol spullen ergens naartoe rij, omdat een nerf in een stoeprand dan precies kan aansluiten bij een nerf in een bepaalde schoen, en dan wil ik díe gebruiken en bij me hebben. Dat kun je niet van tevoren vastleggen.'

Zou je ooit concessies doen om een groter publiek te bereiken?

'Ik geloof niet in toegankelijkheid. Tenminste: niet als het "spijkerbroek en gympen" betekent. Ik geloof wel in een sprookjeswereld. Daarom was ik ook zo blij met het succes van Alexander McQueens tentoonstelling (Savage Beauty, in het Victoria & Albert Museum in Londen in 2015, red.). Wat hij deed was allesbehalve "normaal" en hij bleef altijd trouw aan zijn eigen intuïtie, en toch verbrak die tentoonstelling alle records. Ik geloof dus eerder in trouw blijven aan jezelf en daarmee een gevoel oproepen dat universeel is, dan werken met een publiek in je achterhoofd.'

INTERNATIONAAL

Welke dingen zijn er in je vak veranderd?

'Ik kan dat minder goed zien omdat ik als stylist nooit internationaal ben gegaan; ik heb hier zo veel spullen om me heen verzameld, dat ik dat niet zomaar naar bijvoorbeeld Parijs heb gesleept. Jammer, maar zonder mijn archief kan ik niet werken. Binnen Nederland zelf verandert er uiteindelijk ook weer niet zo veel in het vak. Ik verander daarom van wereld: mode werd musea, en nu ik een tijdje musea heb gedaan, wil ik wel richting fotografie. Film trekt me ook, maar dat vind ik lastiger.' Waarom? 'Op een filmset heb je hiërarchie nodig, want je werkt in een groot team. Daarmee komt die vrijheid die ik zo nodig heb, om te spelen met et moment, in het geding. Maar, zoals ik al zei: zeg nooit nooit.'

TIJDGEEST

Wat valt je op?

'Ik kijk liever in een Arabische editie van een modeblad dan een Italiaanse. Dat gesluierde modebeeld is veel interessanter voor me dan een shoot in een bikini. Niet gek, want we konden inmiddels ook haast niet naakter zijn, toch? Alles is een golfbeweging. De broek zit nu alweer een tijdje hoog, maar daarvóór zat-­ie haast op zijn laagst. Ik vind het ook een verademing om te zien dat we loskomen van de adoratie van de jeugd. De focus op talenten lag heel erg lang op studenten die nog niet eens afgestudeerd waren – te vaak werd iemand "de nieuwe Galliano" genoemd. Dat was niet vol te houden. Daarna richtten we ons op de ouderen, zoals Iris Apfel, en nu komen we tot een balans waarin we alle leeftijden een plek gaan geven. Ik zie dat extra scherp omdat ik zelf net in de vijftig ben. Voorheen dacht ik: alles boven de vijftig is oud. Nu zie ik duidelijk nuanceverschillen tussen tachtigers, zeventigers, zestigers. Een verademing.'

Hoe verhoud je je tot internet en social media?

'Ik doe bepaalde research graag nog steeds zintuiglijk: als ik iets over de negentiende eeuw doe, dan zoek ik natuurlijk bepaalde dingen op internet op, maar ik wil óók naar negentiende­eeuwse panden en boeken lezen. Instagram vind ik fantastisch– het werkt zó enorm vergrotend. Als het in New York sneeuwt, zie je dat in realtime hier, en als je een inspirerend beeld ziet, zit je via de tags zo bij het productiebedrijf. Ik probeer de accounts die puur voor de likes gaan wel te mijden. Ik hoorde laatst dat er een app bestaat waarmee je jezelf op een foto buikspieren kunt geven. De tegenreactie daarop, dat we behoefte hebben aan filterloze foto's, vind ik goed. '

[/instagram]

GRENZELOOS

Waar houdt je werk op?

'Ik weet het niet. Mijn hoofd staat maar op weinig momenten stil.'

Kun je dingen nog wel weggooien?

'Lastig. Ik wil een vondst niet twee keer hoeven doen. Ik had eens een heel mooie vintage Amerikaanse vlag voor een klus, die heb ik toen aan de klant moeten geven. Daarna had ik er weer een nodig, en dan is de lol van het zoeken eraf bij mij. Je vindt nooit iets voor de tweede keer. Ik zet iets nog liever aan de straat zodat iemand het meeneemt, dan dat ik het weggooi.'

Is het de nutteloosheid van een weggegooid ding dat je zo tegenstaat?

'Ik denk het. Ik kan ook echt liefde voelen voor spullen. Dan is iets zo functioneel en zo veel van nut geweest, dat ik het ding ook dankbaar ben. Soms neem ik me voor om dingen op de set te laten, maar dan neem ik het toch weer mee naar huis. Die uitgesneden boom daar: van een tentoonstelling. Die print van die lambrisering: heeft in het Van Gogh Museum gestaan.'

Is je allergrootste angst dat je al je spullen kwijtraakt?

'Misschien. Een zwerver met een winkelkar vol spullen: dat is mijn schrikbeeld. Dat dat karretje dan alles is wat je hebt en dat je dan eventjes een stukje wilt lopen, je daarna terugkomt, en dat dat éne winkelwagentje dan ook nog is verdwenen. Wat voor levensles zou er in dat beeld zitten?'

De oorspronkelijke versie van dit interview verscheen in ELLE november 2017.