‘Je hebt je koffer zeker vol zitten met van die flared broeken?’ vraagt mijn nieuwe liefde, met wie ik veel te vroeg – maar het liep nou eenmaal zo – een weekendje weg ga. Ik weet eigenlijk niet waarom, maar ik voel me betrapt. Alsof ik door ‘ja’ te antwoorden (de waarheid) zou toegeven dat ook ik als een blok ben gevallen voor de trend die dit seizoen tot in de uiterste hoek van ieder modeketenfiliaal in Nederland de rekken domineert: de revival van de seventies. En hoewel ik ruim een jaar geleden die revival al gelukzalig vierde met veel te veel aankopen op internet (velour! Flares! Printbloesjes! That 70’s Show-ish leren jassen), en we dus kunnen stellen dat ik er heus eerder bij was dan de meute, voel ik me plots een – ik krijg het mijn mond bijna niet uit – fashion victim als hij me die vraag stelt.

Of nou ja ‘vraag’… retorischer krijg je ze haast niet. Op social media heeft-ie me natuurlijk al vaker voorbij zien komen in broeken van het uitlopende soort. Soms een bescheiden gerend pijpje, veel vaker een high waisted spijkerbroek met pijpen waar Agnetha en Anni-Frid trots op zouden zijn.

Trots op mij is mijn lief allesbehalve als-ie naast mij in een dergelijk exemplaar loopt. Zoveel is me inmiddels wel duidelijk. Als ik hem vraag naar de reden voor zijn afschuw van flared broeken krijg ik een vaag verhaal over het ‘niet kunnen zien van enkels’. Hij gebruikt ter vergelijking tot mijn verbazing zelfs het woord ‘kenkels’ (kuiten die zonder versmalling overlopen in enkels, mocht je de mazzel hebben hier nog nooit mee te maken hebben gehad).

Wat hij dan vond van de culottes die ik droeg op onze eerste date? ‘Je bedoelt die broekrok met olifantenpijpen? Ach, daaronder waren in ieder geval je enkels nog zichtbaar.’ Ik moet op die eerste date wel een heel aardig karakter hebben getoond dat we uiteindelijk nog op dit weekend-weg zijn beland, bedenk ik me. Hoewel ik mezelf streng voorneem me nooit anders te kleden omdat een man dat wil (no way dat ik naar zijn smalle pijpen dans, wie is hier nou de moderedacteur: gij of ik?!), maak ik onbewust toch de note to self 'culottes: oké - vloerlange wijde pijpen: kenkels'.

Dezelfde dag lees ik dat onze collega’s bij de Britse ELLE in modeland hebben gespot dat culottes nu zelfs zijn doorgedrongen in de mannenwereld – althans op de catwalk. Ze vragen zich terecht af of dit een gevalletje mannenrok (Marc Jacobs, Kanye West) of man in sarong is (David Beckham), of dat we hier te maken hebben met een trend die ook buiten de grenzen van celebville zal worden opgepikt.

De proef op de som wordt genomen: Britse schrijver Finlay Renwick wordt door team ELLE in grijze culottes gehesen, met baseballshirt en Nike Air Jordans (voor het broodnodige nonchalance-effect), en in de naam van gender-fluid fashion de straat op gestuurd. De reacties?

'You look like a clown, mate.'

‘Have you lost the other half of your trousers?’

‘They look horrible, just horrible.’

Eén man neemt zelfs de moeite om bij het stoplicht zijn raampje naar beneden te draaien en een ‘You look absolutely terrible mate!’ met Renwick te delen.

Sleeve, Shoulder, Shirt, Joint, Standing, Bicycle wheel, T-shirt, Style, Bicycle tire, Street fashion,


Finlay Renwick in culottes - foto: ELLE UK

De ironie wil dat culottes tot de negentiende eeuw werden gedragen door middenklasse mannen als een symbool van status, terwijl het pleps het moest doen met lange broeken. Maar Renwicks experiment toont maar weer eens aan dat mode komt en gaat en dat culottes voor mannen, samen met witte driekwartleggings voor vrouwen, op zijn zachts gezegd niet meer op ieders goedkeuren kunnen rekenen. Hoewel laatstgenoemde eigenlijk in geen enkele eeuw goedkeuring van wie dan ook hadden mogen krijgen.

Eén positieve conclusie uit Renwicks experiment: mannenculottes brengen het gesprek op straat op gang. En dat is best een goede ontwikkeling in een tijd waarin interactie met mensen van bits en pixels wordt verkozen boven die van vlees en bloed. En dus zeg ik: mannen, kom maar op met die wapperende pijpen en blote kuiten. Valt er tenminste nog wat te zien en bespreken. Wie weet krijg ik de mijne dit weekend wel zover mijn nieuwste exemplaar eens te lenen.