Ik hou van festivals. Maar echt. Ooit weleens zo’n kudde koeien gezien die na een winter op stal met mallotige sprongen de wei in gaat? Zo kom ik ongeveer een festivalterrein op. I’m not keeping it cool. Armen wijd en dan een stukje rennen, met een idioot blije harses. Pirouetje draaien, een volslagen vreemde op de schouder timmeren, heel hard ‘whiehooeee!’ roepen. We zijn er weer! Fuck yeah!

Een valse start

Nu heb ik niet altijd uitzinnige liefde gevoeld voor festivals. Er was sprake van een valse start. Na een keer of drie met veertigduizend man totaal verregend in de verte naar één podium te hebben getuurd, dacht ik: laat maar. Ik ga wel iets anders doen met m’n zomer, kanoën of zo. Maar volgens vrienden was ik gewoon niet op de goede festivals geweest. Lowlands, daar moest ik wezen.

Een overvloed aan podia, dus je hoefde nooit te wachten tot die ene kutband op de enige stage eindelijk klaar was. Regen betekende geen ramp, want zowat alles vond plaats in tenten. Nou vooruit, ik ging wel mee. Om vervolgens een keiharde crush te ontwikkelen, nooit meer een Lowlands over te slaan en er ook maar meteen Paaspop, Best Kept Secret, Down The Rabbit Hole en diverse buitenlandse festijnen tegenaan te gooien.

Aan het einde van zo’n weekend zit ik afgepeigerd en smoezelig in de auto, terugblikkend op alle dolle en intense momenten. Luisteren naar een tof potje rock in de ene tent, tere singer-songwriter in de andere, knallende techno in de derde. Knetterblij dansen op een dansvloertje dat door een koddig Vespabusje steeds ergens anders op het terrein wordt geplant.

Kletsen in de rij voor de wc met een wazig meisje in badjas en snowboots. Huilen bij een optreden, omdat de muziek bruut mooi is maar ook omdat drie dagen weinig slaap leidt tot festivallabiliteit. Bijna opstijgen bij een ander concert, vanwege de kicken band maar ook omdat je daar met al je lievelingsmensen gelukkig staat te wezen. Echt, festivals zijn het allerbeste.

Corona

Na tientallen festivalbezoeken heb ik er nog lang geen genoeg van. Ook voor dit seizoen stond de agenda vol. En toen kwam corona en was ook een zomer later corona nog niet weg. Al snel drong tot me door dat er ook in 2021 van een festivalzomer geen sprake zou zijn.

Ik kon wel janken, en ik was niet de enige. Zeker twee vriendinnen zijn na de mededeling dat er minstens tot 1 september geen grote evenementen zouden zijn diepbedroefd in hun bed gestort. Natuurlijk moesten de festivals worden afgelast, het kon niet anders. En als je ziet waar de wereld nu mee te dealen heeft, is festivalgemis natuurlijk een tegenvaller van niks, een onbeduidend ongemakje. Klopt. Maar dat neemt niet weg dat het donders jammer is.

‘Ik kan me er altijd bar weinig van herinneren maar ik weet dat festivals me onmeunig blij maken.’

Wat maakt festivals nou zo tof? Sociologen wijzen op het samenzijn, de bevrijding van de dagelijkse routine, de collectieve beleving van muziek, de losse omgangsvormen en de afsluiting van de buitenwereld. Mijn festivalmaten omschrijven het zo: ‘Je zit in een festivalbubbel, waarin je met vrienden ten volle geniet. Het is hoe ik bijkom, hoe ik een jaar aan stress kwijtraak en mezelf oplaad.’ (Janne, 25.) ‘Festivals zijn een soort viering van vrijheid. Je kunt je verliezen in de muziek en bent omringd door gelijkgestemden.’ (Raul, 35.) ‘Genieten van nieuwe bands en topbands, samen dansen, lachen, drinken, kletsen. Iedereen is happy, ik leef er een jaar naartoe.’ (Glenda, 29.) ‘Ik kan me er altijd bar weinig van herinneren maar ik weet dat festivals me onmeunig blij maken.’ (David, 29.)

En nu gaat het dus allemaal niet door. De klapstukken van de zomer zullen bestaan uit blokkies om, videogesprekken en afstandelijke praatjes op de stoep. Het wordt een lange aaneenschakeling van niksigheid zonder de hoogtepunten van festivals en andere leut. En dan missen velen alleen de lol, maar iedereen die voor festivals muziek maakt, achter de schermen werkt, bier tapt, pizza’s bakt, yogales geeft en decors bouwt, mist broodnodige inkomsten. Damn you, coronavirus.

Quizzen

Terwijl ik dit schrijf moeten de grote festivals nog plaatsvinden, maar ik mis ze nu al. Met mijn festivalvrienden vul ik de leegte een beetje op. We spelen via Zoom zelfgemaakte popquizzen met toepasselijke nummers over thuis zijn of telefoneren. We fietsen er ook een drankspelcomponent in en reiken prijzen uit voor de mooiste cocktails. Tijdens de vragen zie ik een parade aan waanzinnige hoofddeksels, flitsende outfits en rare zonnebrillen voorbijkomen. Naast de quizzen zijn er dj-sets vanuit diverse huiskamers. Echt, we doen ons best om elkaar te entertainen.

Maar we zijn geen professionals, het blijft amateur-hour. En er gaat niets boven elkaars fysieke gezelschap. Samen in het gras ouwehoeren, meeblèren met een headliner en zweterig dansen in de feesttenten. Sommige vrienden zie ik nog wel, op gepaste afstand in een park of hun volkstuintje. Daar kunnen we dan een muziekje bij draaien en lauw bier bij drinken, maar in de buurt van een festivalvibe komt het allemaal niet.

'Video’s van massa’s mensen leiden acuut tot een paniekerig gevoel in m'n buik. Dudes! Zijn jullie helemaal besodemieterd!'

De ervaring van een liveconcert valt ook niet te vervangen. Online staan genoeg registraties, check bijvoorbeeld het kanaal van 3voor12 op YouTube. Fijn, om me te laten meevoeren op de lome nummers van Khruangbin op Best Kept Secret 2018. Om De Staat op Lowlands 2019 te zien vlammen. Maar dat haalt het niet bij in die tent staan, omgeven door de muziek en vele blije eitjes zoals ik. About that: video’s van massa’s mensen die totaal ontspannen bij elkaar staan, leiden acuut tot een paniekerig gevoel in m’n buik. Dudes! Zijn jullie helemaal besodemieterd! De nieuwe werkelijkheid is diep doorgedrongen.

Het gemis aan festivals doet me beseffen hoe gek ik erop ben. Ik ga zielsgelukkig zijn als er weer gefuifd kan worden, en duizenden anderen met me. De volgende festivalzomer wordt, na de gloriedagen van de hippies en de house, de echte summer of love vermoed ik. Nog meer euforie, nog intensere concerten, nog meer naastenliefde en dansen tot de zon opkomt. Nee, het gaat er niet waardig uitzien, mijn entree op het eerste festival waar ik weer heen kan. Een losgelagen vreugdedans waar seismografen van uitslaan en die ik waarschijnlijk dagelijks moet herhalen. Lieve muziekfestijnen, ik mis jullie.