Etiquette! Als gastheer of -vrouw wordt er van je verwacht dat je alles weet over tafeldekken. Dus, om ervoor te zorgen dat je feesttafel er ook 'formeel' tiptop uitziet, voor eens en voor altijd: tafeldekken, zó heurt het!

Etiquette

Je bestek even aflikken en gebruiken voor de volgende gang is natuurlijk uit den boze. Daarom hoor je voor elke gang apart bestek op tafel te leggen, die met de borden worden afgeruimd.

Bestek

De vorken liggen links, en de messen rechts van het bord. De lepels liggen rechts van het mes. Het bestek leg je van buiten naar binnen neer. Dat wil zeggen, serveer je als eerst soep, dan ligt de soeplepel aan de buitenkant van het bestek.

Het broodbordje staat linksboven met het botermes erop. Als je geen botermes hebt, kun je een gewoon (klein) mesje rechts van het mes leggen. Als de boter in dat geval al op tafel staat of met de eerste gang wordt geserveerd, dan ligt het mesje helemaal rechts van al het bestek.

Dessertbestek mag je zowel boven het bord leggen, als met het nagerecht links en rechts van het bord neerleggen. Het is gebruikelijk om zowel een dessertlepel als –vork te gebruiken. Tenzij je natuurlijk alleen ijs eet, dan is een lepel voldoende.

Servet

Het servet leg je links van het bord, onder de vorken, of op het onderbord.

Glazen

Glazen zet je rechtsboven: aan de binnenkant het waterglas, precies boven de messen. Digestiefglazen zet je pas na afloop van de maaltijd op tafel. Glazen voor dessertwijn zet je op tafel wanneer je het dessert serveert. Koffie- en theeservies zet je pas na het nagerecht op tafel. Vergeet de schotels en de lepeltjes niet!

Uit het boek Wat je als Gastvrouw moet weten – 313 tips en adviezen voor moeiteloos entertainen van Susan Spungen, Karakter Uitgevers, € 17,95 via bol.com.