Op een festivalcamping kamperen is heel handig, want je kunt rollend naar het festival. En het is ook nog eens heel leuk, want: sfeer. Hier geldt alleen wel 'elk voordeel heb z'n nadeel'. Op festivalcampings heb je namelijk niet alle voorzieningen die je bij een hotel of thuis wel hebt. De volgende tips helpen je de dagen campinglife zo comfortabel mogelijk door te komen en zorgen dat je niet voor verrassingen komt te staan. Ze doen het trouwens minstens zo goed op een gewone camping.

1. Neem een verfzeiltje mee, een dun stuk plastic van ettelijke vierkante meters. Weegt niks en als je tent onverhoopt gaat lekken heb je iets om de lekkage te lijf te gaan. Ook handig om in je tent je spullen onder te leggen als je vermoedt dat een hoosbui tijdens je afwezigheid voor lekken kan zorgen. Komt eveneens vaak van pas: ducttape.
2. Op festivals zijn nauwelijks spiegels. Waren er vroeger bij de wc’s wel spiegels te vinden, tegenwoordig tref je ze steeds minder aan. Neem dus een spiegeltje mee in je tasje, ook handig voor als er beestjes in je oog vliegen of een contactlens scheef zit. Breng voor op de camping een iets groter formaat mee. Kun je niet alleen zien of je mascara goed zit, maar ook hoe je haar eraan toe is.En verder: maak je lekker drie dagen lang vooral niet te druk over je voorkomen.
3. Ja, je kunt op festivals je telefoon opladen, maar meestal staat bij de oplaadpunten een giga rij. Stop een powerbank in je tas, of meerdere. Heb je nog een oude telefoon, laad dan ook die op en neem mee.
4. Fijn voor op de camping: een opvouwbare jerrycan of watercontainer. Hoef je niet steeds naar het douchegebouw voor kattenwasjes en tandenpoetsen.
5. Met een fietslampje dat je in de nok haakt maak je een lichtgewicht lichtpuntje in je tent.

Voor meer festivaltips verwijzen we je graag door naar de tien beste festivalhacks.