Het trouwseizoen is geopend! In de maanden mei, juni en juli worden er veel meer huwelijken gesloten dan in andere maanden. Met een beetje mazzel is het dan fraai weer en zijn de genodigden nog niet op vakantie. Maar wordt er eigenlijk nog aardig getrouwd in Nederland? Of is dat passé in deze tijden van Tinder en polyamorie?

Wel, de laatste drie jaar ligt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) het aantal huwelijken rond de 64.000 per jaar. In 2010 trouwden er nog 75.000 stellen en in 2000 waren het er 88.000. Dus nee, het huwelijk is niet enorm in trek vandaag de dag. Dat wil overigens niet zeggen dat we massaal last hebben van bindingsangst. Het aantal geregistreerde partnerschappen zit namelijk in de lift. Opgeteld bij het aantal huwelijken, is er de laatste drie jaar juist een lichte toename van officiële verbintenissen.

We mogen naar hartenlust zonder trouwring hokken en seks hebben

De vrouwen die in het huwelijksbootje stappen, zijn nu gemiddeld 34,7 jaar en de mannen 37,5 jaar. (Een op de vijf vrouwen die trouwt, doet dat overigens voor de tweede keer.) In 2000 was de bruid gemiddeld 31 en in 1970 nog maar 23 jaar. Het plaatje zag er in vroeger tijden ongeveer zo uit: je trouwde jong, zonder ooit samengewoond te hebben. Je stopte met werken, kreeg binnen een paar jaar je eerste kind en de kans dat je ging scheiden was klein. De kans dat je überhaupt ging trouwen was overigens groot: in 1970 trad 95 procent van de vrouwen in het huwelijk. Recente cijfers zijn er niet, maar in 2003 lag dat cijfer op nog maar 71 procent. We hebben wel een ander cijfer: in 2016 was slechts 54 procent van de veertigjarigen gehuwd.

Het is geen wonder dat er minder massaal getrouwd wordt nu het huwelijk niet meer het startschot voor samenwonen en kinderen krijgen is. We mogen naar hartenlust zonder trouwring hokken en seks hebben, niemand die er schande van spreekt. Volgens een woordvoerster van het CBS wordt er steeds meer en steeds langer ongehuwd samengewoond. Stellen die elkaar het jawoord geven, leven in vier van de vijf gevallen al samen. Een op de vijf paren heeft zelfs al kinderen.

Dat het jawoord minder vaak klinkt, wil niet zeggen dat trouwen zijn glans heeft verloren. Er zijn nog steeds veel mensen die dolgraag in het huwelijk treden. Van de samenwonende twintigers wil 70 procent ooit trouwen. Waarom eigenlijk, als seks en samenwonen al zijn afgestreept? Twee van de drie mannen en vrouwen noemen het bevestigen van de relatie als reden. Voor een op de drie spelen de al aanwezige of nog te maken kinderen een rol.

Meisjes willen een bruiloft, ze willen geen huwelijk

Wat de overige redenen betreft, verschillen mannen en vrouwen aardig wat. 37 procent van de mannen zegt te willen trouwen omdat z'n partner het nu eenmaal wil. Dat geldt voor maar 12 procent van de vrouwen. Zij geven ook aan dat de trouwdag, met de bijbehorende romantiek en sprookjesjurk, een reden is om te huwen. Mannen komen nauwelijks met dat argument op de proppen. Salman Rushdie zei het al, in ELLE nota bene: 'Meisjes willen een bruiloft, ze willen geen huwelijk.' So far, so cliché. Maar laten we niet uit het oog verliezen dat vier van de vijf trouwlustige vrouwen de bruiloft helemaal niet noemen als belangrijke drijfveer. En wat dan nog. Wat is er mis met uitkijken naar een goed feestje?

Het kan natuurlijk zijn dat het feestje dat huwelijk heet op een gegeven moment weer is afgelopen. Die kans is zelfs groot. Zo'n 40 procent van de Nederlandse echtverbintenissen eindigt in een scheiding. Niet zo vreemd dat trouwende paren tegenwoordig vaker huwelijkse voorwaarden opstellen: een kwart doet dat. In maart stemde de Eerste Kamer bovendien voor een initiatiefwet die maakt dat trouwen in gemeenschap van goederen niet langer de wettelijke standaard zal zijn. Ja, trouwen is niet meer wat het geweest is. Maar het is nog altijd niet versleten. TNS NIPO deed onderzoek naar jongeren tussen de 16 en 24 jaar en zag dat slechts 6 procent absoluut nooit wil trouwen. De rest zegt wellicht ooit 'ja!'

Deze fouten worden het meest gemaakt op bruiloften >