Wanneer we aan anorexia nervosa te krijgen denken, zien we al snel het beeld voor ons van een te dun of mager persoon. Maar lang niet iedereen met anorexia heeft ondergewicht. Dat betekent dat veel mensen met een eetstoornis niet of onjuist gediagnosticeerd worden.

Naast anorexia nervosa is er ook atypische anorexia

Wie anorexia nervosa heeft, moet een body mass index (BMI) hebben die je classificeert als 'ondergewicht'. Het maakt daarbij niet uit dat BMI anno 2024 bekend staat als een zeer slechte indicator die geen rekening houdt met verschillen in ras, geslacht, leeftijd of spiermassa. Er wordt gekeken naar de grootte van het lichaam, in plaats van het gedrag.

Maar er is nog een vorm van deze eetstoornis: 'atypische anorexia'. Het wordt gekenmerkt door hetzelfde gedrag als bij anorexia nervosa, maar wordt gezien als minder gevaarlijk. Ja, patiënten beperken hun calorie-inname, ervaren intense angst om aan te komen en hebben een vervormd lichaamsbeeld. Maar ze vallen (nog) niet extreem af of zien er niet gevaarlijk dun uit. Ze worden dus (nog) niet als risico gezien. Het uitgangspunt van de behandeling is daarom het worst case scenario: wachten tot de BMI van de patiënt tot te laag niveau daalt, voordat er actie wordt ondernomen.

Deze handelwijze is schadelijk voor iedere medische aandoening. Vooral wanneer het gaat om eetstoornissen. 'Je vertelt jezelf voortdurend dat je niet ziek genoeg bent – misschien zelfs wel helemaal niet ziek. Dus als iemand je dan vertelt dat je magerder moet zijn om serieus genomen te worden en hulp te krijgen, dan moedigt dat alleen maar aan om nog zieker te worden. Het zorgt ervoor dat je wil bewijzen dat je het moeilijk hebt', zegt de 21-jarige Taylor tegen Dazed Digital. Bij haar werd de diagnose atypische anorexia gesteld. 'Eetstoornissen, vooral anorexia, zijn competitief. Je vergelijkt jezelf voortdurend met anderen die het moeilijk hebben. Alsof degene die het ziekst wordt, wint. Het zou ongelooflijk nuttig zijn als artsen niet zouden deelnemen aan deze 'wedstrijd', door alleen degene te behandelen die de laagste BMI heeft.'

We verheerlijken dunne lichamen nog steeds

In onze cultuur, waar dun zijn geïdealiseerd wordt, wordt diëten en flink willen afvallen toegejuicht voor iedereen die nog niet slank is. Van vrienden en familie tot medische professionals: als iemand met een wat voller lichaam afvalt, wordt dat beloond als een wereldse prestatie – ongeacht de prijs die daarvoor betaalt wordt. 'Iemand met een voller lichaam kan de helft van zijn lichaamsgewicht verliezen, voordat mensen er zelfs maar aan denken dat het misschien problematisch is', zegt klinisch onderzoeker en voormalig atypische anorexiapatiënt Erin Harrop in de podcast Maintenance Phase. 'De meeste mensen zullen deze persoon alleen maar feliciteren.'

Fatfobie is wijdverbreid in onze maatschappij – we leven in een wereld waar fat-shaming nog steeds wordt aangemoedigd in de media. Hoe hard we ook streven naar een wereld vol bodypositivity, size zero lijkt nog steeds het heersende beeld. 'Het gewichtsstigma maakt het nog moeilijker voor mensen om hulp te zoeken, omdat ze zich zorgen kunnen maken dat ze niet serieus worden genomen', legt Tom Quinn bij Dazzed Digital. Hij is directeur van de Britse eetstoornisinstelling Beat.

Iedere vorm van zelfverhongering is een medisch probleem

Hij kent veel verhalen van mensen die vanwege hun gewicht zijn afgewezen voor een eetstoornisbehandeling. 'Dit stigma kan de gedachten en het gedrag van eetstoornissen verergeren en het veel moeilijker maken om te herstellen. Als gevolg hiervan rapporteren mensen met atypische anorexia ernstiger psychische symptomen dan mensen zonder een verhoogde BMI.'

Uiteindelijk moeten we iedere vorm van zelfverhongering als een medisch probleem beschouwen, ongeacht hoe het lichaam van de lijdende persoon eruit ziet. En iedereen die de symptomen vertoont, met respect en evenveel belang behandelen. Zoals Taylor zegt: 'Het is absoluut essentieel om de gevoelens van de patiënt te valideren en hem gerust te stellen dat hij of zij inderdaad ziek genoeg is, en het verdient om hulp te krijgen.'