Afgelopen zomer zat ik op een mooie avond met mijn meisje een film te kijken in een stacaravan. Dat was onze vakantie: met de kinderen in de stacaravan van mijn schoonouders te Steenwijk. Had iemand me dit verteld voor ik schoonouders had, dan was ik waarschijnlijk in huilen uitgebarsten. Kinderen kantelen echter je perspectief en mijn schoonouders zijn fantastisch. Daarnaast ligt Steenwijk in het schilderachtige natuurgebied de Weerribben. Het weer was goed, en alles was zo slecht nog niet.

We keken Stretch, een makkelijke actiecomedy met een romantisch tintje. De good guy was een bad boy, de schuldeisers waren onredelijk, het meisje was prachtig maar aanvankelijk onzichtbaar en van tevoren stond vast dat het allemaal goed zou komen. Een ideale film na een lange zomerdag zeulen met kinderen.

Ik ben goed opgevoed en ken de etiquette, dus ik weet hoe ik gepast moet reageren. Maar voelen? Nein.

Midden in de film ging mijn telefoon. Het was mijn moeder. Ze klonk ernstig en vroeg of mijn meisje meeluisterde. Ik zette haar op de speaker. Slecht nieuws. Ondertussen bleef ik naar de film kijken. Dat voelde ongepast, maar toch deed ik het. Ik voel nooit meteen iets wanneer ik slecht nieuws krijg. Ik ben goed opgevoed en ken de etiquette, dus ik weet hoe ik gepast moet reageren. Maar voelen? Nein.

Ik reageerde op het telefoontje van mijn moeder zoals ik wist dat gewenst was, maar zonder echt iets te voelen. Terwijl de film verderging, belandde het nieuws in de wachtkamer van mijn gevoel. Ik weet niet of dat typisch iets mannelijks is, maar voordat slecht nieuws echt binnenkomt, gaan er soms weken voorbij. Als het überhaupt binnenkomt. De wanden zijn dik in de wachtkamer.

Ik vond het zielig voor mijn moeder. En vervelend en onhandig. Ze maakte zich op voor een pittig jaar, maar ging ervan uit dat het allemaal wel goed zou komen. Ik ook. We maakten wat grapjes en daarna hingen we op. In mijn familie maken we altijd grapjes. Mijn vrouw had tranen in haar ogen. Anders dan ik heeft zij geen wachtkamer. Als we ruzie hebben irriteert het me, maar het is iets prachtigs, en nu was ik er jaloers op. Ze was verdrietig en hield me vast alsof ik dat ook moest zijn. Ik hield haar vast zoals ik dacht dat hoorde en we keken verder naar de film.

Ik wilde haar van me afduwen, maar ze was sterker dan ik.

Ondertussen rammelde de plotselinge realiteit van mijn moeders sterfelijkheid steeds harder aan de poorten van de wachtkamer. Tegen de tijd dat een nieuw reclameblok zich aandiende, had de vers ontdekte kanker in mijn wachtkamer de leesmap al verbrand en het meubilair gesloopt. Ik wist niet waar ik kijken moest. Mijn meisje keek me aan, zag het meteen en nam me in haar armen. Ik probeerde er niet aan toe te geven, maar ze hield me stevig vast. Ze suste me op een manier waar ik normaal kriegel van zou worden. Ik wilde haar van me afduwen, maar ze was sterker dan ik. Ze had de wachtkamer opengegooid en haar schouder werd zachtjes nat. Het duurde alles bij elkaar maar even, maar het scheelde alles.

De reclame was inmiddels voorbij en ik maakte een grapje. Pats. Een tik op mijn achterhoofd: too soon. We lachten toch en keken verder naar de film. Soms zeiden we belangrijke dingen waaruit bleek dat er van alles stond te veranderen. Ik maakte nog wat grappen, en kreeg nog meer tikken op mijn achterhoofd. Een zorgeloos happy end naderde in de film. Daar durfde ik nog niet aan te denken. Ik keek over het campingveld naar de andere stacaravans. Het was nog steeds een mooie avond. Ik had zin in chips.

Mick Johan (37) was (de eerste) hoofdredacteur van Vice magazine Nederland. Later vormde hij met Matthijs Booij het beruchte kunstenaarsduo Miktor & Molf, onder meer bekend van twee albumhoezen van De Jeugd van Tegenwoordig. Inmiddels werkt Johan aan een carrière als kunstenaar, drummer en schrijver. Het eerste album van zijn band MICH (met Piet Para, Rimer London, Sofie Winterson en Bastiaan Bosma) verscheen 27 januari bij Excelsior en zijn debuutroman Totemdier Arafat verschijnt in februari bij Lebowski. Check ook: mickjohan.com.

Lees ook: multitalent Niels Gerson Lohman over de liefde >