Karlijn Brinkman geeft zichzelf iedere week een nieuwe uitdaging, en schrijft daarover voor ELLE.nl. Vandaag in Karlijn Test: ik ging naar elk Facebookevenement waarvan ik aangaf te gaan.

'Laatst zat ik in de trein. De mevrouw tegenover me werkte een bak pasta weg die ze op het station had gekocht. Persoonlijk vind ik die pasta een erg stinkende substantie als het weg wordt geslurpt in een kleine, vochtige treincoupé, maar dat terzijde. De man naast me zat de krant te lezen. Ik las stiekem mee, iets over de Amerikaanse overheid. Mijn telefoon trilde twee keer en op de automatische piloot pakte ik het apparaat uit mijn jaszak. Een uitnodiging voor een Facebookevenement, een gedichtenavond om precies te zijn. Ik klikte op de "gaan"-knop, zoals ik dat vaker doe bij evenementen die me leuk lijken. Een probleem: op de dag van het evenement heb ik zo ongeveer altijd wel iets anders te doen. Niet per se iets beters of leukers, maar het zijn toch dingen die voorrang hebben op de Facebookevenementen. Daar, in die trein tussen de smakkende mevrouw en de krantlezende meneer, besefte ik me dat er eens verandering in de hele situatie moest komen. Misschien zat de wereld van Facebookevenementen wel vol avonturen en leuke mensen. Daarom zette ik de evenementen van de komende week in mijn agenda. Ik ging erheen. Een regel: ik mocht niet vooraf met vrienden afspreken erheen te gaan, maar vertrouwde volledig op hun antwoorden op Facebook.

Te beginnen met het Amsterdam Light Festival. Hoewel er 36 vrienden hadden aangegeven daarheen te gaan, liep ik de route uiteindelijk in mijn eentje. Het leek erop dat er bij mijn Facebookvrienden even iets was tussengekomen, zoals dat gewoonlijk ook bij mij het geval is. De verlichtte stad is toch wat minder spectaculair in je eentje aan de rand van de straat met een paraplu boven het hoofd.

Text, Adaptation, Photo caption, pinterest
Instagram / @KarlijnFestijn

Tijd voor een herkansing: op dinsdagavond stond een dancefeest gepland. Op zich is uitgaan op dinsdag niet mijn favoriete bezigheid, laat staan naar een dancefeest, maar omdat een groep van mijn vrienden er volgens Facebook bij zou zijn, leek het mij leuk om er ook een kijkje te nemen. Op het feest ben ik uiteindelijk één persoon tegengekomen dat ik kende: een klasgenootje van de basisschool dat ik voor het laatst had gezien toen Facebook nog niet eens bestond. Ik vertelde haar over mijn missie en zij vertelde dat er bij haar ook ongeveer altijd wat tussenkomt. Nu zijn we vrienden op Facebook.

Op donderdag was het tijd voor de gedichtenavond. Volgens de omschrijving van het evenement zouden liefhebbers van spoken word poetry bij elkaar komen om hun werken met elkaar te delen. Met mijn schrift vol teksten onder de arm parkeerde ik mijn fiets tegen de muur van een bruin café aan de rand van de stad. Ik was ondertussen vergeten wie mij hiervoor had uitgenodigd en toen bij binnenkomst zo'n dertig paar onbekende ogen me vriendelijk aankeken, besefte ik me dat ik er die avond ook niet achter zou komen. Zelfs de uitnodiger was niet komen opdagen. Ik bestelde een wijntje en nam plaats aan de bar terwijl een presentator het woord nam. "Dus wie wil als eerste?" Ik ging als eerste en droeg mijn tekst voor en daarna dronk ik een drankje met de mensen die ik stuk voor stuk niet kende. We praatten over gedichten en over een jongen die vermist werd maar wel weer was teruggevonden. We praatten over Limburg, want een meneer vond dat een mooie stad. En toen ging ik naar huis.

Nu zit ik weer in de trein. De vrouw tegenover me luistert muziek en de man naast me kijkt voor zich uit. Mijn telefoon trilt twee keer en op de automatische piloot pak ik het apparaat uit mijn jaszak. Een uitnodiging voor een Facebookevenement, een Arabisch dansfeest om precies te zijn. Vijftien vrienden gaan erheen. Volgens Facebook. Ik lach een klik op de "gaan"-knop.'