Heel moeilijk is het niet, je bed opmaken. Maar het verschil tussen een rommelige poging en een hotel-strak bed zit `m in de details.

1. JE MAAKT JE BED NIET IEDERE DAG OP
Wie zijn bed iedere dag opmaakt, merkt dat het een fluitje van een cent is en in mum van tijd een gewoonte is geworden.

2. JE KEERT JE LAKEN NIET BINNENSTEBUITEN BIJ HET OPMAKEN
Loop je na al die jaren nog steeds te worstelen met je deken wanneer je hem in het overtrek probeert te krijgen? Keer het laken eerst binnenstebuiten voor je de deken erin stopt. Steek je handen in het laken, pak de punten van je deken vast en trek de hoes er zo overheen. 

3. JE LEGT HET PATROON VAN JE LAKENS NAAR BOVEN
Heb je een sprei en een laken met een patroon? Leg dan de kant met het patroon eens naar beneden in plaats van naar boven gericht. Je sprei bedekt de lege kant van het laken en de kant van het patroon kun je precies over de sprei heen terugvouwen. 

4. JE STRIJKT JE LAKENS NIET
Het is een rotklus, het strijken van je lakens, maar het is eigenlijk wel nodig: gestreken lakens maken een groot verschil in hoe je bed er uitziet én hoe het voelt. Heb je echt een hekel aan strijken, koop dan lakens van flanel of ga voor linnen; dat mag gekreukt zijn.

6 levenslessen uit Scandinavische slaapkamers >
3 dingen waar je op moet letten bij de verlichting van je slaapkamer >