In 'FF snel over' geen ellenlange verhalen over trends, de betekenis erachter en hoe het zich verhoudt tot de maatschappij waarin we leven. Wat wel? Binnen een paar minuten volledig op de hoogte van een nieuwtje waar we die week niet omheen konden. Vandaag op het programma: de legalisering van het homohuwelijk in Noord-Ierland.

Het homohuwelijk is sinds vorige week eindelijk ook in Noord-Ierland legaal. Goed nieuws, zou je denken - maar toch ook niet. Daarover straks meer; eerst het nieuws zelf. In juli werd er al voor de wetten gestemd, maar ze zouden pas van kracht worden als er op 21 oktober om middernacht nog altijd geen nieuwe regering was gekozen. En dat gebeurde dus niet. De Ierse regering is namelijk al sinds januari 2017 opgeschort en zo werd de legalisering van beide wetten niet voorkomen. Gelukkig maar. De wetten zijn waarschijnlijk begin volgend jaar van kracht. Voor het huwelijk werd er gesproken van 13 februari, de abortuswet zou vanaf 31 maart ingaan.

instagramView full post on Instagram

Ierse legalisering van het homohuwelijk: nu pas?

Waar velen - begrijpelijk - blij worden van dit nieuws, werd ik dat ook; maar tot op zekere hoogte. Wat ik vooral dacht, was: nu pas? En meteen daarna, toen ik nog eens bekeek welke landen nog niet het homohuwelijk gelegaliseerd hebben, werd dat gevoel versterkt. Op een rij: in Rusland mag je homoseksueel zijn, maar je mag het niet uiten in het openbaar. Dat is op z'n minst erg onhandig te noemen. In zeven landen staat er nog steeds de doodstraf op (Afghanistan, Iran, Jemen, Maldiven, Mauritanië, Saoedi-Arabië, Sudan en Brunei en Oeganda willen ze ook weer invoeren). Gezien het onstabiele klimaat in sommige van deze landen, blijft het voorlopig onwaarschijnlijk dat er daar verandering in het wetboek komt - in Brunei zijn ze zelfs van plan om weer de doodstraf in te voeren voor homoseksualiteit. En zo werd een nieuwtje dat positief is, tegelijkertijd vooral een pijnlijke reminder van hoeveel werk er nog te doen is.

Legalisering is slechts het begin

Het feit dat zo veel landen nog zo schokkend achterlopen met gelijke wetten voor LHBTI'ers en hetero's, is nog pijnlijker als je bedenkt dat legalisering van gelijkheid niet het eindpunt, maar slechts het begin is van echte gelijkheid.

Hier in Nederland legaliseerden wij als eerste het homohuwelijk; op 1 april 2001, om precies te zijn. Van volledige acceptatie is echter nog lang geen sprake. Neem nou de SuitSupply-campagne van dit jaar. Wellicht ken je hem wel; twee zoenende mannen, die vooral in (verwoeste) bushokjes hingen. Ook van de reacties onder de Instagrampost van NOS - die het nieuws deelde - schrok ik behoorlijk.

Velen zien dit als een eenmalig voorval - vooral niet-LHBTI'ers. Er wordt weliswaar met afkeer op gereageerd, maar over het algemeen denken we dat het echt wel goed gaat in Nederland en zijn we trots op onze koploperspositie in de strijd tegen homofobie. 'Kleine' voorvallen worden hierdoor nog te vaak door de vingers gezien, omdat we niet zien hoe dit bijdraagt aan het grotere, intimiderende plaatje. Voor de groep waar het geweld op gericht is, zijn er dagelijks dilemma's om zich druk over te maken: moet ik zeggen dat ik gay ben? Durf ik mijn vriendin een kus te geven? Haar hand vast te houden? Daarom moeten we ook als hetero en cisgender actiever bezig zijn met de acceptatie van deze groep. Homofoob gedachtegoed is gebaseerd op opvoeding en andere omgevingsfactoren. Volgens het de-boer-vreet-niet-wat-'ie-niet-kent-principe moeten we er dus voor zorgen dat er genoeg zichtbaarheid is. Volgens een rapport over discriminatiecijfers dat vorig jaar uitkwam, zijn er nog altijd jaarlijks tussen de 1,000 en 1,500 klachten over geweld tegen LHBTI'ers.

Dat legalisering slechts een begin is, wordt tevens duidelijk als je kijkt naar de huidige status quo in Noord-Ierland. Zo zeggen de drie grootste kerken in Noord-Ierland dat ze geen homohuwelijken zullen voltrekken. Maar wij zelf zijn er ook nog lang niet, ook al worden hier al 18 jaar lang same sex marriages voltrokken.

Tolerantie versus acceptatie

Belangrijk nuanceverschil hierbij is ook dat we niet moeten streven naar tolerantie, maar naar acceptatie. Documentairemaker Nicolaas Veul, die onlangs Supernicht maakte over homo-acceptatie, wist in zijn Kunststof-aflevering prachtig te verwoorden wat het verschil is tussen de twee, en ook kunstenaar Ricardo Abbaszadeh wist het twee jaar geleden perfect te verbeelden, met onderstaande poster.

Homo-acceptatie: wat kunnen we zelf doen?

Wat valt er dan eigenlijk te doen, als hetero of cisgender 'buitenstaander'? Een voorbeeld vinden we in de actie van Barbara Barend. Naar aanleiding van het incident in Arnhem twee jaar geleden, waar twee jongens mishandeld werden met een betonschaar, startte Barend de actie #handinhand. Als reactie daarop liep voormalig fractievoorzitter van D66 Alexander Pechtold hand in hand met collega Wouter Koolmees over het Binnenhof in Den Haag. Maar nu, twee jaar later, zie ik geen enkel politiek figuur of wie dan ook hand in hand lopen. Terwijl juist iemands voorbeelden, mensen waar je tegenop kijkt, onderdeel zijn van die belangrijke opvoeding. Misschien zijn dat topvoetballers, iemands beste vriend of z'n baas. En denk er eens over na of dat jij iemands voorbeeld bent. Bellen wij in de tussentijd even met Barbara of ze het initiatief weer wil oppikken.

Ten tweede wil ik je op het hart drukken homofobe opmerkingen niet al te vaak te laten gaan, enkel omdat het dan allemaal pais en vree blijft. Ga er vooral op in, en als dat je een minder populaire positie oplevert, ben dan trots op je mening en sterke ruggengraat. Na één felle tegenreactie zal iemand met - bewuste of onbewuste - homofobie niet per se van zijn mening afstappen, maar het start wel een (nodig) gesprek; en juist dat soort gesprekken zijn nodig voor werkelijke acceptatie van LHBTI'ers.