Ontboezeming: ik heb in de coronatijd meer Netflix gekeken dan boeken gelezen. Een programma waar ik mixed feelings aan heb overgehouden is de miniserie Hollywood. Als je even de werkelijkheid van systemisch racisme, homofobie en seksueel misbruik in de filmindustrie wil vergeten - dan is dit een serie voor jou.

Over Hollywood in 1947

De maker van de serie, Ryan Murphy (bekend van Glee, American Horror Story en The Politician) wilde enkele van de gebreken uit de zogenoemde Golden Age van Hollywood herzien. Dat deed hij door hoopvolle verhaallijnen te schrijven over diegenen die benadeeld werden (en worden) vanwege hun identiteit. Let wel, de serie speelt zich af in de naoorlogse jaren veertig. Een tijd waar de glitter en glamour van Hollywood slechts voor een klein deel van de bevolking beschikbaar was. Homoseksuelen werden met de dood bedreigd en als zwarte actrice mocht je blij zijn als je een bijrol als dienstmeisje wist te bemachtigen. Maar, oké, de serie is fictief en geeft ons de gelegenheid om even weg te dromen in een 1947 waar racisme en homofobie bestreden wordt. Hollywood in de jaren veertig hád een plek kunnen zijn waar mensen beoordeeld werden op hun talent in plaats van hun seksuele geaardheid of de kleur van hun huid, wil Murphy maar zeggen.

De serie volgt Jack Castello (gespeeld door de knappe David Corenswet), een aspirant-acteur die verzeild raakt in het uitbuitende milieu van Hollywood. Na een ontmoeting met een lokale zakenman (Dylan McDermott), merkt Jack dat hij makkelijker geld kan verdienen in een benzinestation dat eigenlijk een werkplek is voor mannelijke prostituees. Rock Hudson (een bestaand acteur uit die tijd) wordt daar tegelijkertijd verliefd op een zwarte scenarioschrijver genaamd Jeremy Pope. Samen met een half-Filipijnse regisseur (gespeeld door Glee's Darren Criss) en een zwarte actrice (Laura Harrier), en nog een uitgerangeerde Aziatische actrice, werkt deze crew vervolgens aan de meest inclusieve productie in de geschiedenis van Hollywood: de film Meg.

Racisme en homofobie opgelost in één avond

Grote spoiler alert: alle gemarginaliseerde groepen leven nog lang en gelukkig. Dit werd na een aantal afleveringen al duidelijk. Jij wist dit, ik wist dit, iedereen wist dit. Maar alsnog zat ik met natte ogen op de bank te juichen als een Ajax-fan die de bal in het net van Feyenoord ziet vliegen. Vooral de laatste aflevering ontroerde me. De zwarte homoseksuele man wint een award voor zijn schrijven, een half-Filipijnse man wint voor beste regie, de zwarte actrice wint de prijs voor beste actrice en Anna May Wong krijgt eindelijk de erkenning die ze verdient voor haar bijrol, allemaal in één nacht. Tadaa, racisme en homofobie in Hollywood opgelost.

Ik had gehoopt dat de serie langer de tijd had genomen om stil te staan bij de historische figuren uit de ‘gouden eeuw’ van Hollywood. Rock Hudson kon samen met heel veel andere filmsterren niet openlijk homoseksueel zijn. Anna May Wong (gespeeld door Michelle Krusiec) bestond echt, ze was een Amerikaanse actrice van Chinese afkomst die ook ontzettend hard moest vechten voor haar plek. Hatty McDaniel (gespeeld door Queen Latifah) was de eerste zwarte vrouw die een Oscar won. Wie waren die talenten die tien keer harder moesten vechten voor hun rol dan hun witte, mannelijke en heteroseksuele collega’s? Hier gaat Murphy helaas niet echt op in. En dat is jammer. De serie had potentie om verandering teweeg te brengen als het iets meer achtergrondverhaal had verteld.

#OscarsSoWhite

‘Kunnen we tegenwoordig niet meer genieten van een serie, zonder dat het een discussie teweeg moet brengen?’ hoor ik mensen al zeggen. Mee eens, je moet óók 'gewoon' kunnen genieten van entertainment zonder steeds kritisch naar zaken uit het heden en verleden te kijken. Maar, hate to break it to you, we leven in 2020 en op het gebied van inclusiviteit hebben we echt nog een lange weg te gaan. Als het oplossen van het gebrek hieraan in het Hollywood van 1947 al had gekund - waarom is het nu dan nog steeds niemand gelukt? De serie is het tegenovergestelde van hoe de filmindustrie echt in elkaar steekt. Een pijnlijke façade voor diegenen die tot de dag van vandaag nog steeds gediscrimineerd worden, lijkt me.

Denk maar aan zwarte filmmakers die gestopt zijn met het vragen naar erkenning van Hollywood en hun eigen productiebedrijven startten, zoals Michael B. Jordan en Viola Davis. Of de hashtag #OscarsSoWhite die al een paar jaar trending is op Twitter. Dat deze zaken in de serie niet genoemd worden is begrijpelijk, het is immers een gefictionaliseerd verhaal over het verleden. En misschien is de over-geromantiseerde toon júist een subtiel commentaar over de huidige situatie. Maar misschien hadden de makers wel nog een concretere kritiek kunnen uiten met het eind van de serie, om dit alles in een context te plaatsen. Om écht hoop te bieden en iets te veranderen. Want of Hollywood ooit echt inclusief zal worden? Wie weet. Misschien. Hopelijk.

Of er een tweede seizoen van Hollywood komt is nog niet duidelijk; de productie werd namelijk aangekondigd als limited serie.