Henk van Straten deed het grote kaarteninterviewspel met komiek Patrick Laureij voor ELLE's meinummer (nu in de winkel!). Delen we vast een stuk van.

Daar zit hij. Aan de soep. Of zoals de Rotterdammer het noemt: ‘Soepie.’ (Hij zegt er nog net geen ‘Ja toch?’ achteraan.) De fotoshoot zit erop en nu heeft de boomlange cabaretier honger. Naast de kom soep staat een maaltijd klaar.

Deze verplichting, vandaag, is voorlopig zijn laatste. Morgen vertrekt hij voor twee weken naar Bali met zijn nieuwe vriendin, ‘gelukkig een Rotterdamse’, aan wie hij op Oudejaarsavond verkering vroeg. Het is een welverdiende vakantie. Laureij sloeg zich door een burn-out heen, maar hij kwam er sterker uit, nu een volwaardig cabaretier. Zijn debuutvoorstelling, Dekking Hoog, was een groot succes. De tweede is in de maak. Daarnaast acteerde hij in de politieserie Noord Zuid.
Alles aan Patrick Laureij straalt nonchalance uit: zijn staartje, de geopende bovenste knopen van zijn zwarte overhemd, zijn driedagenbaardje, zijn kettingen en de ringen die zijn vriendin ontwierp. Maar het meest van al is het zijn stoere en licht sceptische blik, alsof hij eerst wil zien voordat hij gelooft en vooralsnog geen héél hoge pet van je op heeft. Een blik die zegt: En wie ben jij dan? Maar een grijns is nooit ver weg en humor ligt altijd op de loer. Het is precies die combinatie – stoer en komisch – die hem zo’n succesvol en uniek cabaretier maakt.
Tijdens de soep beantwoordt hij de eerste vragenkaarten.

Wie ben je?
‘Patrick Laureij, comedian, 35 jaar oud, geboren in Rotterdam-Zuid, maar woonachtig in Amsterdam. Ik verhuisde hiernaartoe om mijn weg te vinden, om te kijken of ik werkelijk een comedian kon worden. Inmiddels weet ik zeker dat me dat is gelukt.’
Dat moet een lekker gevoel zijn.
‘Ja, man. Wat ik laatst ook ineens besefte – wat echt een revelation was – is dat ik echt van mijn werk hou. Er was een periode dat het even niet zo lekker met me ging. Toen zag ik er de lol even niet meer van in. Ik maakte me steeds zorgen. Kan ik het wel? Wat nou als het niet lukt? Dat eindeloze gepieker zat het plezier in de weg. Maar nu weet ik het zeker. Ik hou ervan om cabaret te maken. Ik hou van het verzinnen en van op een podium staan. Ik bepaal zelf wat ik maak en wanneer ik werk. Ik ben autonoom.’
In die moeilijke periode sprak ik je een keer. Je was behoorlijk in de war.
‘Ik had geen idee hoe ik moest leven. Hoe ik het moest vormgeven, en hoe ik mezelf moest vormgeven. Wie wil je zijn en hoe wil je daarmee omgaan? Ik was enorm verkrampt. Het was een keerpunt, dat dal waar ik inzat, want daarna viel alles samen. Het was een radicale periode, maar het antwoord lag juist níét in het radicale. Ik hoefde eigenlijk alleen maar los te laten. Gewoon leven en op mijn intuïtie varen. En vertrouwen hebben in mezelf. Het komt wel goed, want ik kán dit.’

instagramView full post on Instagram

Wat houdt je op dit moment bezig?
‘Het maken van mijn tweede voorstelling. Ik heb laatst al een uur en tien minuten gespeeld, dus het begint aardig vorm te krijgen. De try-outs voor april en mei zijn al geboekt, in kleine theaters door het land. Ik doe het allemaal heel ontspannen, omdat ik vertrouwen heb in het maakproces. Het programma ís er al, het hoeft er alleen nog maar uit te komen. Er is heus wel stress hoor, want ik wil natuurlijk wel dat het echt goed wordt, maar ik weet dat het in me zit. Op Bali, de komende twee weken, kan ik het ook prima loslaten. Als ik een ideetje heb dan schrijf ik het natuurlijk wel op, maar ik ga er niet steeds gespannen over zitten nadenken.’

Wat maakt je kwaad?
‘Als iemand negatief over me twittert en diegene ook zeker wil weten dat ik het lees, door me zo’n apenstaartje te geven. Maar dan wel óver me praten, en me dus niet aanspreken. Wat dénk je dan? Het zijn ook altijd anonieme profielen. Ze willen gewoon aandacht, dat weet ik ook wel. Niemand twittert natuurlijk ooit over hén, dus dat zal ze frustreren. Je weet gewoon dat die types niet lekker in hun vel zitten en iets tekortkomen. Ik heb Twitter nu maar verwijderd, want ik wil dus echt meteen naar je huis toe als je zoiets bij me flikt.’ Hij glimlacht als hij het zegt, maar de bravoure staat in zijn ogen. Je ziet het hem doen: aanbellen bij een zure socialmediagebruiker en verhaal halen. Laureij: ‘Ik heb Twitter ook helemaal niet nodig, man. Met Facebook doe ik veel, en daar heb ik ook wel wat aan. En Instagram vind ik leuk.’

Wat is je beste vergissing ooit?
‘Ik was in m’n eentje in Madrid en had een drierittenkaart voor musea gekocht. Dit was in die periode dat het niet zo lekker met me ging. Ik bezocht een museum waar die kaart niet geldig voor bleek te zijn. Ze hadden er een expositie van Edward Hopper. Ik had geen idee wie dat was, dus ik wilde al weggaan, maar toen dacht ik: ach, ik ben er nu toch. Anders moest ik weer een heel stuk lopen of een eind met de bus en zo. Dus ik ging naar binnen, naar die expo van Hopper, en ik had daar een spirituele ervaring. Echt waar. Ik zag zijn schilderijen en herkende er een soort eenzaamheid in. Dit is wat er met mij aan de hand is, besefte ik. Door zijn schilderij Two Comedians, zijn laatste werk voor hij stierf aan kanker, werd ik het meest getroffen. Hij schildert zichzelf als nar en hij buigt naar het publiek, als afscheid. Ik ben met pen en papier naar het dakterras van het museum gegaan en heb daar geprobeerd mijn gevoel te verwoorden. Daarna kocht ik twee reproducties voor thuis aan de muur, waaronder Two Comedians. Zijn werk heeft ook mijn comedy beïnvloed. Ik bekommer me er nu minder om of iets echt is of niet. Vroeger vond ik altijd dat iets authentiek en echt moest zijn, maar de werkelijkheid kun je vaak juist veel beter vangen als je ermee aan de haal gaat. Hopper maakte vaak eerst foto’s en daar gaf hij later in een schilderij dan een eigen draai aan. Zo nam hij mensen die zaten te zonnen op een bankje in Manhattan en plaatste ze in een weiland, waardoor het een veel krachtiger beeld werd. Zulke dingen inspireren me enorm.’

Wat deed je eens, maar nooit weer?
(...)'

Verder lezen? Lees de volledige versie van het interview hier, of in het ELLE meinummer 2018, dat nu in de winkel ligt >