New York, zes jaar geleden, een appartement in Brooklyn. We hadden elkaar een jaar niet gezien, vonden elkaar bijpratend in de bar nog steeds erg leuk gezelschap en belandden uiteindelijk happily in zijn huis. Totdat de sneltreinvaart waarmee het ging me nogal overweldigde en ik hem verzocht het een tikkie langzamer aan te doen. Vol ongeloof keek hij me aan. 'You can't just ask someone to slow down!', klonk het verbolgen. Zijn reactie bracht me van mijn stuk. Kon dat niet? Was het inderdaad vreemd om zoiets aan te geven? Ik voelde dat zijn verontwaardiging niet gespeeld was, dat hij oprecht het gevoel had recht te hebben op seks met de snelheid die híj verlangde. Ik weet niet meer precies hoe het die avond verder ging, maar langzamer is het vast niet gegaan.

Ingewikkeld en onbeleefd

Dit soort herinneringen overspoelden me toen ik las dat het korte verhaal Cat Person van Kristen Roupenian uit The New Yorker verfilmd was. Het stond me nog helder voor de geest hoe ongemakkelijk ik me voelde tijdens het lezen over de wat wispelturige student die niet zo goed weet wat ze nou precies van haar niet al te leuke, oudere date moet vinden. Eenmaal in zijn huis vergaat alle lust haar, maar heeft ze het gevoel dat ze niet meer terug kan. Ze vindt het te ingewikkeld en onbeleefd om hem nu nog af te wijzen. Zelfs tijdens de seks vraagt ze zich af of ze moet stoppen of beter door kan gaan om er zo snel mogelijk vanaf te zijn.

Het verhaal raakte een gevoelige snaar bij heel wat vrouwen dei het massaal deelden omdat ze het ongemak en het gevoel niet meer terug te kunnen herkenden. Het verhaal maakte ook duidelijk hoe sterk we signalen van de ander kunnen misinterpreteren en hoe lastig en beangstigend seksuele afspraakjes voor vrouwen kunnen zijn. Zo veel vrouwen die het makkelijker vonden om toe te geven dan iemand af te wijzen, die hun grenzen niet aangaven of niet bewaakten, die besloten maar even op hun tanden te bijten of – en hier komen we zo op – zich niet veilig genoeg voelden om nee te zeggen. Het is die irritante conditionering waardoor vrouwen liever hun eigen gevoel negeren, dan riskeren niet meer aardig gevonden te worden.

Nee zeggen

Het wordt vrouwen vaak ook niet bepaald makkelijk gemaakt om 'nee' te zeggen. Dat kan zitten in een hand die maar naar een plek blijft gaan waar je hem al een paar keer hebt weggeduwd, in de passief-agressieve opmerking 'o, ligt daar al je grens' of in iemand die doof is voor jouw 'nee' of quasiblind voor jouw verstarring. Bij bepaalde types moet je verdomd stevig in je sneakers of stiletto's staan om controle te houden over wat er staat te gebeuren.

Zo denk ik met afschuw terug aan mijn derde date met een net iets te zelfverzekerde man. Bij het afscheid voor mijn duer – zijn auto stond daar geparkeerd – bedacht hij opeens dat hij te veel gedronken had om naar zijn huis buiten de stad te rijden. Mocht hij bij mij nog een ontnuchterend kopje thee drinken? Dat er misschien nog wat gezoend zou worden vond ik een prima idee, maar meer dan dat niet.

Smeekbede

Al snel veranderde het kopje thee in een smeekbede om te mogen blijven slapen, hoe kwam hij anders thuis? Ik zou willen dat ik stoer mijn schouders had opgehaald, 'dat wordt een dure taxi voor je' had gezegd en hem met een ferme hand de deur uit had gebonjourd. Maar ik stond hem toe op mijn bank te slapen en, vooruit dan maar, naast mij in bed toen hij op mijn slaapkamerdeur klopte dat mijn bank zo slecht sliep.

Je kunt je misschien wel voorstellen hoe het die nacht van kwaad tot erger ging – terwijl ik deze man überhaupt niet langer dan een uurtje in mijn huis had gewild. De volgende ochtend begon tot me door te dringen hoe erg ik hem over mijn grenzen had laten gaan. Hij vond het op zijn beurt een afknapper ‘dat ik opeens zo kil tegen hem deed’, mij vertwijfeld en in de war achterlatend. What the fuck just happened? Hoe had ik dit kunnen laten gebeuren? Wat was mijn aandeel hierin en wat het zijne? Inmiddels voel ik compassie voor deze oude versie van mezelf die liever zichzelf geweld aandeed dan een (dwingende) ander teleurstelde. Tijden veranderen, gelukkig.

Blinde paniek

Dat vrouwen vaker niet zo stevig hun grenzen durven te bewaken, zit diep in onze opvoeding verankerd, vertelt seksuoloog Jolien Spoelstra, die in haar praktijk regelmatig dit soort verhalen hoort. ‘Dit heeft te maken met hoe jongens en meisjes gesocialiseerd worden.

Boosheid is er niet voor niks, die geeft aan dat iemand over je grens gaat

Ze worden met precies hetzelfde emotionele spectrum geboren, maar bij jongens wordt boosheid beloond en angst en verdriet afgestraft. Bij meisjes is het precies andersom. Ze staan hierdoor niet in contact met hun boosheid, waardoor de kans ze wordt ontnomen om van zich af te bijten. Maar die boosheid is er niet voor niks, die geeft aan dat iemand over je grens gaat en iets doet dat tegen je gevoel indruist.’ Ook qua gedrag wordt er nogal iets anders van jongens en meisjes verwacht. Spoelstra: ‘Jongens worden aangemoedigd de leiding te nemen en meer dominantie laten zien, van meisjes wordt juist volgzaamheid, onderdanigheid en een afwachtende houding verwacht. Als zij elkaar vervolgens treffen in de slaapkamer, dan is er dus sprake van ongelijkheid. Dan ontstaan er makkelijker situaties waarin mannen doen wat ze willen en vrouwen vervolgens niks zeggen. Daarbij speelt ook nog mee dat vrouwen op seksueel gebied niet altijd weten of aangeven wat ze lekker vinden en daardoor soms weinig initiatief tonen, waardoor de man vanzelfsprekend meer ruimte in kan nemen.’

Jongens en hun grenzen

Dat het allemaal nog een stukje ingewikkelder is – althans, bij jongeren – blijkt wel uit de resultaten van recent uitvoerig landelijk onderzoek naar seks onder je 25e van Soa Aids Nederland en Rutgers. Hieruit blijkt dat jongens (25%) minder goed dan meiden (19%) signaleren dat ze iets niet wilden, minder vaak (19%) dan meiden (34%) zeiden iets niet te willen en ook vaker aangaven dat niet te durven (22% tegenover 13%). Dit zou zomaar kunnen betekenen dat jongens óók vaker bij zichzelf mogen inchecken (en hun sekspartners bij hen) of ze iets wel echt willen. Hier ligt waarschijnlijk de ‘man box’ aan ten grondslag die bijvoorbeeld voorschrijft dat ‘echte mannen’ altijd maar zin moeten hebben in seks en, zoals seksuoloog Spoelstra al zei, dominant en initiatiefrijk moeten zijn. Terwijl jongens zich natuurlijk net zo hard als meiden af mogen vragen of ze ergens wel echt aan toe zijn.

Hardhandig en ruw

Hoeveel ruimte mannen zichzelf kunnen toe-eigenen, laat het verhaal van Rowena (34 jaar, onderzoeker aan de universiteit) zien. ‘We hadden een paar leuke dates gehad en na een paar weken nodigde ik hem na een gezellig etentje bij mij thuis uit. Daar hadden we voor het eerst seks. Maar wat hij deed was zo hardhandig en ruw dat ik dacht: word ik nu verkracht of niet? Hij bond mijn armen vast, gooide me op mijn buik, deed een hand in mijn mond waardoor ik amper kon ademhalen en penetreerde me zonder condoom en überhaupt zonder toestemming.

Ik wist niet wat me overkwam; dit was tijdens het daten zo’n leuke vent. In mijn hoofd vochten meerdere krachten met elkaar. Iets in mij zei dat ik moest afwachten of het misschien beter werd, omdat ik deze man zo leuk vond en wilde dat hij mij ook leuk vond. Tegelijkertijd was ik in blinde paniek en wilde ik losgelaten worden, maar ik wist dat ik het fysiek nooit tegen hem op kon nemen. Ik schaam me ervoor dat mijn lichaam gewoon bevroor. Het lukte me niet om “stop hiermee!” te roepen, maar uiteindelijk kon ik wel dingen zeggen als “dit doet pijn”, “dit gaat te hard” en “wil je mijn armen losmaken”. Hij nam toen wat gas terug, maar was nog steeds veel te hardhandig. Hij was er totaal niet mee bezig of het voor mij ook een prettige ervaring was. Toen hij was klaargekomen, was het ook klaar. Na afloop dacht ik: wat is me in godsnaam overkomen? Wilde ik dit wel? Had ik dit niet moeten stoppen? Maar ik voelde ook meteen heel veel zelftwijfel: ben ik misschien heel preuts en saai in bed? Zijn mijn sekspartners en ik altijd heel vanilla geweest zonder dat ik het wist?’

Haar vriendengroep – bestaande uit mannen en vrouwen – verzekerde haar ervan dat het echt niet oké was dat er nul consent was geweest en geen enkel incheckmoment. Ze besloot hem ermee te confronteren. Rowena: ‘Ik wilde hem de ogen openen over wat dit met me had gedaan. Misschien dacht hij wel dat dit normaal was omdat hij dit in pornofilms had gezien. Expres sprak ik buitenshuis met hem af, maar hij ging meteen aan me zitten. Toen wist ik: hij is zich echt van geen kwaad bewust. Deze man schrok zich rot toen ik vertelde dat ik de seks als onveilig, gewelddadig en pijnlijk had ervaren en dat hij dingen had gedaan die ik helemaal niet wilde. En dat ik het zelfs eng had gevonden omdat ik hem fysiek niet aankon en ik me dus niet kon verzetten. Hij waardeerde het dat ik het hem vertelde. Ik denk dat veel mannen niet weten hoe onveilig vrouwen zich soms voelen. Laatst werd een vriendin van me doodleuk geappt door een jongen die haar huis niet uit te krijgen was dat hij zo’n gezellige avond had gehad. Hoe kan het dat zo veel mannen zo’n enorm bord voor hun kop hebben?’

Shocking cijfers

Uit het onderzoek van Soa Aids Nederland en Rutgers blijkt verder dat 4% van de jongens en 20% van de meiden weleens gedwongen is tot seksuele dingen die zij niet wilden. Meer dan de helft van de jongeren die seksueel geweld is overkomen, geeft aan dat ze niet hebben laten merken dat ze dit niet wilden. Meestal was dat omdat ze op dat moment niet goed beseften dat ze dit niet wilden (20%), omdat ze dit niet durfden (15%) of omdat ze verstijfden (13%). Als ze wél lieten merken dat ze dit niet wilden, ging de ander gewoon door (70%), bleef de ander aandringen of zeuren (61%), werd de ander boos of agressief (20%) en bij 1 op de 7 werd fysiek geweld gebruikt. Alleen in de ‘anders, namelijk’- categorie (7%) werd voornamelijk aangegeven dat de ander daadwerkelijk ophield.

Doen alsof je geniet

Het kan dus een ingewikkelde mix zijn van mannen die alleen met hun eigen genot bezig zijn en dat doodnormaal vinden, vrouwen die niks durven zeggen vanuit conditionering en/of verwarring (‘mag/kan ik wel nee zeggen?’) of zo veel angst voelen (‘wat zijn de consequenties als ik nee zeg?’) dat hun overlevingsmechanisme het overneemt. Spoelstra: ‘Wanneer je het gevoel hebt in gevaar te zijn, denkt je onbewuste namelijk: wat geeft de grootste kans om te overleven?

Het brein maakt in een split second een inschatting van de situatie: kun je winnen als je in de aanval gaat (vechten) of red je het om eerder dan hij bij de deur te zijn (vluchten)? Vaak hebben vrouwen het gevoel in het hol van de leeuw te zitten en kiest het brein voor bevriezen om zo min mogelijk agressie op te wekken bij de ander. Veel vrouwen schamen zich achteraf dan enorm omdat ze niet teruggevochten hebben of weggerend zijn. Ze raken niet alleen het vertrouwen in anderen, maar ook in zichzelf kwijt.

Maar je kunt hier écht niks aan doen, deze onbewuste overlevingsresponses zijn heel moeilijk te overrulen. Het voelt gewoon niet altijd veilig genoeg om nee te zeggen. Gelukkig is onlangs de nieuwe Wet Seksuele Misdrijven aangenomen waardoor dwang niet meer de bepalende factor is bij seksuele misdrijven, maar of er consent was of niet. Dat heb je dus niet als iemand bevriest, niet duidelijk ‘ja’ zegt of niet enthousiast overkomt. Als je geen nee zegt, betekent dat dus nog niet dat je ja zegt.’

Overlevingsmechanisme

Wat het nog ingewikkelder maakt, is dat er tegenwoordig nóg een overlevingsmechanisme bekend is: ‘fawn’ ofwel meewerken of pleasen (fight, flight, freeze, please). Spoelstra: ‘Het brein denkt dan: als ik jou ter wille ben en doe alsof ik het leuk vind, dan kan ik zo snel mogelijk wegkomen. Dan wordt het wel heel moeilijk voor de tegenpartij om aan te voelen of iemand iets echt wil of niet. Juist daarom is het van belang om bij elkaar in te blijven checken. Vraag dus op een heel open manier of de ander zeker weet iets te willen. Je mag altijd stoppen met seks.

Ook als je al vaker met elkaar naar bed bent geweest, je samen naar boven bent gelopen of je eerst wel ja zei. Vrouwen denken vaak: wie A zegt, moet B zeggen, maar dat is onzin. Veel mannen hebben dat idee trouwens ook en kunnen je dan gaan manipuleren (“ben je zo preuts?”) of je een schuldgevoel aanpraten. Ook de omgeving zegt vaak: maar het was toch overduidelijk wat hij bedoelde? Dat is victim blaming en het is heel belangrijk dat we elkaar daarin corrigeren. Niemand heeft recht op andermans lijf.’ Daarnaast moet de sekseducatie voor meisjes veranderen.

Spoelstra: ‘Nu gaat het te veel over zwangerschappen en soa’s voorkomen en wordt nog te vaak gedaan alsof seks iets is wat je als vrouw ‘geeft’ aan de man, terwijl het natuurlijk ook iets is wat je krijgt. Het vrouwelijk genot mag dus wel meer gepromoot worden, net als hoe belangrijk het is om te zeggen wat je lekker vindt. Daardoor voel je namelijk ook eerder wat je níet prettig vindt en durf je dat eerder aan te geven. Ik raad iedereen aan alvast te oefenen met de uitspraak “hé, wat doe jij nou?”, zodat je die tekst paraat hebt op momenten dat er iets verwarrends of twijfelachtigs gebeurt.

Deze vraag is zo effectief omdat die meteen duidelijk maakt dat iets níet de bedoeling is. De uitspraak “stop! Dit wil ik niet!” kun je paraat hebben voor overduidelijk grensoverschrijdende momenten.’ Kortom, het is aan ons vrouwen om beter in contact te komen met onze boosheid en die hardnekkige conditionering van ons af te schudden – dan vinden ze je maar niet aardig – zodat we voor ons lichaam en onze grenzen kunnen staan. En het is aan onze sekspartners om te zorgen dat we ons te allen tijde veilig genoeg voelen om dat ook daadwerkelijk te doen. Om te eindigen met een zin uit de trailer van Cat Person: ‘Men are afraid what women might say. Women are afraid what men might do.