Zomer. Dus parkhangen en festivalhoppen. Vind jij niks, begrijp ik? 'Jawel, zeker wel. Ik begrijp alleen die hele festivallook niet. Die zee van Pocahontae – is dat het meervoud van Pocahontas? – in bohokleertjes, die enorme franjesoep, zo'n lijpe spaghettibrij met één lange sprei van haakwerk. Ik vind het zo armoedig.'
Hoezo armoedig? 'Nou, als je bedenkt waar die hele festivallook vandaan komt, dan is wat je nu jaar na jaar bij íédereen ziet een verdomd verwaterde versie van wat het ooit was. Een festival is iets wat je viert, een totaalbeleving met muziek, kunst, lezingen en workshops, spoken word misschien, en tegenwoordig ook steeds meer lekker eten in plaats van een broodje bal en verschaald bier uit plastic glazen. Het gaat over free spirits, over saamhorigheid en lak hebben aan conventies. Daar hoorde ook een uitbundige look bij, een feestelijke outfit, eventueel met folkloreelementen, omdat je je op de plek van het festival liet inspireren door de lokale dracht. Denk aan de verentooien die bezoekers van het Burning Man-festival in de Amerikaanse staat Nevada dragen, als ode aan of geïnspireerd door de oorspronkelijke bewoners. De uitzinnige free-spirited looks van vroeger zijn nu verworden tot een uniforme Pocahontas-worst. De retail heeft daar ook aan bijgedragen, door met speciale festivalcollecties te komen. Indianentooien werden franjesoep en vanwege de hitte spontaan afgeknipte jeans zijn voorgerafelde en voorverweerde hotpants geworden. Allemaal hetzelfde.'
Verschrikkelijk, je hebt gelijk. Maar je ontkomt niet aan rubberlaarzen toch? 'Nee, misschien niet. En dat hoeft ook niet. Het gaat erom dat iedereen zijn tunnelvisie laat varen als het aankomt op je kleden voor een festival. Het is belangrijk om dicht bij jezelf te blijven, dat allereerst. Waarom zou je een knieval maken voor gehaakte poncho's als je normaal een sweater-en-jeanschick bent? Onnodig.'
In welke windrichtingen moeten we denken? 'Outdoor, folklore, sporty en party. Outdoor heeft veel praktische elementen in zich. Goeie jacks met handige ritszakken die je klein kunt opvouwen. Combat boots. Dikke wollen truien voor als het koud wordt. Bij folklore moet je denken aan een landelijke stijl, met ruiten, borduursels, ruches, misschien wat kant, à la een western- of hooibergmeisje. Een sporty stijl heeft meer hiphopachtige dingen, hoodies, coole tracksuits, goeie sneakers en een rugzak. Party is feest, funky, disco. Felgekleurde spandex leggings, zoals te zien bij Balenciaga, een lakparka of lakbroek, metallic bomberjacks of een paillettenlegging.'
Een totaal ander beeld. 'Absoluut. Het mag beslist fantasievoller allemaal. En je hoeft niet strak in één stijl te blijven. Juist niet eigenlijk. Een hoogglanslegging kan heel tof zijn met een grove wollen outdoortrui en sneakers. En trackpants kunnen ook spannend zijn met een westernachtig broderiebloesje. Doe dat mixen wel met beleid, te véél willen kan ook gewoon te veel zijn.'
Meer dingen om rekening mee te houden? 'Het praktische element natuurlijk. De meeste festivals zijn buiten. Eén plensbui en het is modderkruipen, dus dan zijn rubberlaarzen handig. Van top tot teen in je goeie goed is niet het beste idee, je wilt je wel vrij kunnen bewegen in plaats van continu beducht zijn op vlekken of kleerscheuren. Uiteindelijk is het survivallen natuurlijk, zo'n festival. Hou daar ook rekening mee. En als je echt een folkloristisch element wilt toevoegen, koers dan als vanouds op de folklore van het gebied waar je bent. Een Schotse ruit misstaat niet op een festival in Edinburgh, een geborduurde bloes kan prima op het Outlook Festival in Kroatië. Liefst koop je het ter plekke.'
Mooi. Er breken andere tijden aan. 'Ja! Niemand hoeft nog in een franjekramp te schieten bij het woord 'festival'. Laten we het een free-spirit-garderobe voor het zomerseizoen noemen. Kun je alle kanten mee op. Je eigen kant bijvoorbeeld.'
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE juni 2017.
