Vijftien was ik. Wat ik aan had weet ik nog precies: een zwarte pantalon met daarboven een knalgeel Miss Sixty-jasje. Ik was op weg naar werk: mijn allereerste baantje als serveerster in een restaurant op het Amsterdamse Waterlooplein. Op de roltrap omhoog in het metrostation hoorde ik achter me gesis. 'Pssst meisje. Goeie billen hoor.' Ik schrok. Ging dit over mij? Die twijfel werd direct weggenomen door een hand die de billen in kwestie even aanraakte. Jup, zeker weten, voor mij bedoeld.

#SafeStreets van de Verenigde Naties in Amsterdam

Bovenstaande is geen op zichzelf staand voorbeeld. Een week of wat later gebeurde iets soortgelijks opnieuw. Zelfde meisje, zelfde broek, zelfde stad, andere jongens, geen hand op bil, wel geroep vanuit een auto. En het zou nog heel veel vaker gebeuren. Gewoon overdag, in de trein naar school. Wachtend op de nachtbus. Boodschappen doende in het winkelcentrum. Op de fiets. In de metro. Lopend. In het oosten van de stad, in west, in zuid en in noord. Of ik nou een rokje droeg, lomp joggingpak, een legging, wijde broek of mannenpak (net als in de foto hierboven, die verder niks met dit stuk te maken heeft trouwens). Opgemaakt of zonder een spoortje make-up. Onvoorspelbaar, overal. Je zou het het bijna normaal gaan vinden - met de nadruk op bijna.

Ik vertel dit niet om zielig te doen, of om te beweren dat ik bijzonder ben. Erger nog: juist niet. Al mijn vriendinnen hebben dit soort verhalen. Het maakt niet uit of ze nou opgroeiden in een stad of dorp, of ze nou blond of zwart haar hebben, of ze nou lang zijn of kort, of ze nou dikke billen hebben of niet. Dat boeit - om met de songtekst van Merol te spreken - de straatfluiters geen reet. De cijfers liegen er niet om: 'Helaas krijgt de helft van alle vrouwen in Amsterdam en 79 procent van de vrouwen tussen de 18 en 34 te maken met straatintimidatie,' vertelt Ilana Rooderkerk.

Het gemeenteraadsraadslid bij D66 in Amsterdam (eerder sprak ik haar in verband met de Europese verkiezingen, lees dat artikel hier) vindt - terecht - dat alle mannen en vrouwen zich 'altijd en overal veilig zouden moeten voelen op straat. Onafhankelijk van het tijdstip van de dag, wat ze dragen of in welke buurt ze lopen.' Daarom deed ze vorige week een voorstel om te zorgen voor veilige straten in Amsterdam.

instagramView full post on Instagram

Tegen straatintimidatie, voor veilige straten

Dit voorstel is iets anders dan het veelbesproken 'sisverbod', waarbij achteraf handhaving toetreedt en boetes uitgedeeld kunnen worden. Sinds april 2018 wordt dit als eerste Nederlandse gemeente in Rotterdam gehandhaafd: wie - zoals de Volkskrant hier uitlegt - 'naar vrouwen sist, fluit, roept, hen uitscheldt of om seks vraagt, riskeert een boete van maximaal 4.100 euro of drie dagen gevangenisstraf.' Amsterdam besloot eerder dit jaar om het sisverbod niet te handhaven. Burgemeester Femke Halsema ziet te veel juridische en praktische bezwaren; volgens Het Parool vindt ook de meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad het te lastig om nafluiters te betrappen én kost het te veel mankracht van de politie of handhavers.

Tsja, zit wat in. Maar wat doet de stad dan wel? Ilana Rooderkerk diende vorige week (samen met de VVD en GroenLinks, in de personen van Marianne Poot en Imane Nadif) een voorstel in om straten preventief veiliger te maken in samenwerking met vrouwen zelf door bewustwording te creëren onder alle Amsterdammers. Goed nieuws: het voorstel is unaniem aangenomen. Halsema stelt dat de intentieverklaring zal worden ondertekend tijdens de '16 days of action': de dagen tussen 25 november (Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen) tot 10 december (Internationale Dag voor de Mensenrechten).

Wat houdt het voorstel precies in, vraag je je af? Ten eerste zal Amsterdam lid worden van het VN Vrouwen Safe Streets project, gesteund door het UN Women Nationaal Comité Nederland. De gemeente zal vervolgens zorgen voor veilige, groene, toegankelijke en inclusieve openbare ruimtes. Allereerst door in kaart te brengen wat de problemen zijn rondom fysieke en seksuele intimidatie. Omdat er weinig aangifte wordt gedaan, is het lastig om te bepalen wat de daadwerkelijke omvang hiervan is - maar zoals gezegd zou zo'n driekwart van de vrouwen ervaring hebben met intimidatie. Als ik op eigen ervaringen en die van vriendinnen afga, klopt dat aantal wel. Minstens. De gemeente zal via enquêtes en focusgroepen verder in kaart brengen wat de cijfers zijn. Overigens richt het Safe Streets-project zich niet alleen op de intimidatie van vrouwen, maar ook op mannen én er is ook speciale aandacht voor de ongewenste opmerkingen die LHBTI-personen naar hun hoofd krijgen.

Van verlichte fietspaden tot voorlichting: helpt het?

Hartstikke goed en noodzakelijk allemaal, maar wat kunnen gemeenten concreet doen? Enerzijds het geven van voorlichting. Zoals je hier kunt lezen is dit de aanpak van de onderliggende oorzaak van straatintimidatie: het gedrag van jongens en mannen die denken dat het stoer is om vrouwen na te roepen en fluiten. Deze hele kijk op wat 'mannelijk' is, is het moeilijkst te veranderen, maar wel het belangrijkst, aldus UN Women Nederland. Dat ben ik met ze eens, want of vrouwen nou een zwarte broek dragen of een kort rokje, dat maakt de straatfluiters niet uit; deze overlast komt echt voort uit het gedachtegoed van de daders, de slachtoffers hebben hier nul schuld aan. Ook al beweren sommigen dat 'meisjes met korte rokjes' gesis uitlokken: dat is klinkklare nonsens die me woedend maakt. En toch is mijn cynische eerste reactie op deze voorlichting: hoe ga je dit in godsnaam doen? Hoe ga je al eeuwen bestaande ideeën over mannelijkheid veranderen? Ik vrees dat dit niet op korte termijn lukt. Mijn optimistische zelf zegt tegelijkertijd: ga ervoor. Al is het maar voor de volgende generaties. Alsjeblieft.

Anderzijds maakt de gemeente (en dit gaat dan even over Amsterdam, maar kan net zo goed voor andere plekken gelden) ook plannen voor preventieve maatregelen om openbare ruimtes veiliger te maken. Denk aan het verlichten van afgelegen fietspaden en bushaltes, maar ook aan meer toezicht op straat en in horecagelegenheden. Klinkt heel nuttig en logisch. Net zoals een schoon bushokje minder snel ten prooi valt aan vandalisme, dat schrikt immers af, zal in een verlicht stuk straat een vrouw ook minder snel lastig gevallen worden, lijkt me. En, zo schrijft Rooderkerk me, 'het gaat er ook om dat door straten veiliger en leefbaarder te maken voor vrouwen, we de stad beter maken voor iedereen.' Als voorbeeld stuurt ze nog dit artikel over het inrichten van steden op een vrouwvriendelijke manier - iets wat in Wenen al decennialang wordt gedaan trouwens.

Gender mainstreaming

Dit gender mainstreaming (waarbij mannen en vrouwen gelijke inspraak hebben bij het maken van regelgeving en wetten) zorgt in de Oostenrijkse stad voor bijvoorbeeld meer straatverlichting, maar ook voor bredere stoepen en afdalingen naast treden zodat je je ook met een kinderwagen of rolstoel makkelijker kan bewegen. Geniaal, maar vooral ook héél logisch en simpel voor iedereen die hier in het dagelijks leven mee te maken heeft. (Zelf beuk ik regelmatig fietsen aan de kant en vervloek afstapjes omdat het mijn voortbewegen met een tweelingwagen onmogelijk maak. Is weer eens wat anders dan nagefloten worden, maar ook vervelend.)

Nogmaals: het gaat niet over mij en mijn nare ervaringen, maar het zou zo fijn zijn als gemeentes en de regering inderdaad in gesprek gaan met verschillende bevolkingsgroepen om te horen waar zij last van hebben. En dat geldt heus niet alleen voor vrouwen en LHBTI-personen, ik kan me voorstellen dat iedereen - ook stoere mannen - tegen dingen aanlopen. Daarom is het heel fijn dat er mensen in de politiek zijn die voor onze belangen opkomen. Vrouwen die begrijpen hoe het is en de kennis en macht hebben er iets aan te doen, zodat er hopelijk in de toekomst minder meisjes op weg naar hun eerste baantje in hun billen worden geknepen. En gaan denken dat dat normaal is. Want dat is het niet. Bedankt.

Auteursbio, auteur, Lisa Goudsmit
.