Er is commotie ontstaan rondom actrice Eva van de Wijdeven. Deze week werd bekendgemaakt dat zij de vierde deelnemer is van het aankomende seizoen van Expeditie Robinson. Van de Wijdeven werd vorig jaar moeder van een zoontje en dus werd er op sociale media druk gediscussieerd over haar deelname. ‘Kan een jonge moeder dat wel maken?’ vragen de mensen zich af. Maar aan mannen worden dit soort vragen nooit gesteld.

‘Achtergelaten’

Bij tv-programma RTL Boulevard werd haar deelname uitgebreid besproken. ‘Van de Wijdeven heeft man en baby achtergelaten om het avontuur in Kroatië aan te gaan’, aldus presentator Lex Uiting. ‘Ze had dus een jong kindje van een jaar oud en tóch zoveel weken naar Expeditie Robinson. Is dat iets wat je makkelijk doet als moeder?

De meningen onder de aanwezigen waren verdeeld. Maar dat deze discussie überhaupt primetime wordt gevoerd geeft al aan hoe hardnekkig het idee is dat moeders hoofdverantwoordelijk zijn voor het grootbrengen van kinderen en vaders er maar een beetje bij bungelen. Het begint al met dat woord ‘achtergelaten’, alsof haar kind zes weken alleen thuis is gebleven met een potje Olvarit en het raam op een kier. Het feit dat het kind gewoon een vader heeft die waarschijnlijk ook zeer goed in staat is voor hem te zorgen, wordt compleet buiten beschouwing gelaten.

Gemeten met twee maten

Even ter vergelijking: in de afgelopen seizoenen van Expeditie Robinson zijn er zat mannelijke deelnemers geweest die kleine kinderen hadden of waarvan hun vrouw zwanger was. Daar werd door niemand met een woord over gerept. Zanger Jody Bernal, deelnemer in 2018, had voor zijn vertrek een hoogzwangere vriendin. In hetzelfde seizoen zat cabaretier Steven Brunswijk, wiens vrouw destijds zwanger was van hun derde kind. En in 2015 presenteerde Dennis Weening nog het programma. In de zomer van 2015 vonden de opnames plaats, terwijl zijn vrouw in mei nog beviel van een dochter. Er wordt dus duidelijk gemeten met twee maten.

Hardnekkige moederschapscultus

De achterhaalde discussie rondom Eva van de Wijdeven geeft aan dat er in Nederland nog steeds een hardnekkige moederschapscultus heerst. Oftewel, het idee dat moeders ‘van nature’ beter in staat zijn om voor kinderen te zorgen dan mannen. Moeders worden daarom, meer dan vaders, geacht om hun ambities op te schorten in naam van hun kinderen.

Dit uit zich ook in beleid van de overheid, bijvoorbeeld in de partnerverlof-regeling. Sinds vorig jaar juli hebben partners na de geboorte van hun kind niet alleen recht op een week volledig betaald verlof, maar ook op vijf weken ‘aanvullend partnerverlof’, tegen 70 procent van hun salaris. Op zich een stap vooruit van wat het was, namelijk vijf schamele dagen (waarvan drie onbetaald), ware het niet dat dit voor de meeste mensen leidt tot een netto-inkomensverlies van 20 procent. Oftewel, je moet meer dan modaal verdienen om het financieel rond te krijgen.

Het is dan ook niet vreemd dat veel Nederlandse mannen dat aanvullende verlof niet opnemen. Om buurland Zweden er maar weer eens bij te slepen, daar krijgen ouders beiden maar liefst 480 dagen verlof, waarvan drie maanden minimaal bedoeld zijn voor de vader. Neemt hij die dagen niet op, dan vervallen ze. Zweedse ouders behouden een jaar lang 80 procent van hun salaris.

‘We zien dat Nederlandse vaders zeker betrokken willen zijn bij de zorg voor hun kind, maar dat het er in de praktijk niet van komt. Ze denken dat het te veel geld kost, of dat het op het werk niet geregeld kan worden’, aldus Paulien van Haastrecht, woordvoerder van Kenniscentrum Rutgers tegen het AD. Volgens haar spelen werkgevers ook een grote rol, die het mannen nog dikwijls moeilijk maken om het verlof ook daadwerkelijk op te nemen.

Vaders zijn wél belangrijk

De discussie is dus niet alleen seksistisch naar Eva van de Wijdeven toe, want hoezo zou zij als moeder niet een paar weken weg mogen (dat doen mannen immers al sinds mensenheugenis), maar vooral ook beledigend naar haar partner. Men lijkt in Nederland nog steeds te denken dat mannen ‘nu eenmaal’ minder capabel zijn om voor kinderen te zorgen en nemen ze daardoor totaal niet serieus in hun rol als vader. Terwijl ze juist zo belangrijk zijn. ‘Het is voor de gehele ontwikkeling van het kind van groot belang dat de vader vanaf het begin betrokken is bij de opvoeding’, legt van Haastrecht uit. ‘Dan krijgt het kind zowel een goede band met de vaders als met de moeder, wat ook weer goed is voor de gelijkwaardigheid binnen het gezin.’

Vicieuze cirkel

We weten inmiddels dat heel veel vrouwen helemaal niet per se een moederlijk instinct hebben. Maar het is nog steeds heel gangbaar om te denken dat mannen van nature niet kunnen zorgen. Terwijl dat laatste naar mijn mening niets (of in elk geval weinig) te maken heeft met aangeboren capaciteiten en des te meer met ervaring.

Toen mijn partner en ik ons eerste kind kregen wisten we van toeten noch blazen. Moet ze wel of geen mutsje op naar buiten, eet ze teveel of te weinig, wat betekenen die rode vlekken op haar wang? We hadden geen idee, we deden maar wat. Buiten dat ik borstvoeding gaf en mijn kind dus meer aan mij vastzat dan aan mijn partner, was er tussen ons geen enkel verschil. We waren allebei even clueless.

Maar al doende leert men en binnen een paar maanden wisten we allebei feilloos het verschil tussen huiltje 1 (ze is oververmoeid) en huiltje 2 (er zit een scheet dwars). Zo kregen we allebei gaandeweg vertrouwen in onze kunnen als ouders. Maar mijn partner had de mazzel dat hij vaker thuis kon zijn dan de gemiddelde Nederlandse man. De meesten krijgen deze kans niet eens. En daar zit hem de crux: we gaan ervan uit dat mannen het niet kunnen of willen. En als ze het al willen, dat ze het nooit zo goed zouden kunnen als de moeders. Totale onzin, en het houdt een schadelijke vicieuze cirkel in stand.