Vorige week bezocht ik een vriend in het ziekenhuis. Hij had een klaplong en zag er beroerd uit in dat bed. Zijn gezicht was bleek en hij leek magerder geworden. Maar wellicht kwam dat door het ziekenhuis, over het algemeen zijn ongemakken daar beter zichtbaar. Hij zei: 'Ik word somber van het gebrek aan privacy hier. Slapen gaat nauwelijks met al die COPD'ers om je heen, het lijkt wel een rochelkoor. Ik ga echt stoppen met roken.'

Naast zijn bed hing een pomp, hij wees ernaar. 'Maar dit helpt, morfine, alle vrouwen worden er mooi van.'

'Heb je je moeder al gezien?' vroeg ik. We lachten en hij drukte zijn hand in z'n zij; lachen deed pijn.

In het bed naast hem begon een patiënte tegen een zuster te praten. Ze belandde in een hartstochtelijke hoestbui. De zuster hielp haar overeind en wreef over haar brede rug. Snakkend naar adem zei de patiënte: 'Jullie zijn lui.'

Het was alweer bijna tien jaar geleden, maar toen ik haar zag wist ik meteen dat het nog niet klaar was.

'Lui?' vroeg de zuster. 'Kom, ik ga u even lekker wassen.' Toen ze even later de kamer uit sjokte fluisterde mijn vriend: 'Deze vrouw vertelde laatst dat haar man zo van Amerika hield; zijn grootste wens was om er een keer heen te gaan. "Theo," had de vrouw geantwoord, "we gaan eerst naar Texel, dan kunnen we daarna altijd nog naar Amerika." Vlak nadat ze op Texel waren geweest stierf de man.' Weer lachten we. Ergens op de afdeling begon iemand te hoesten.

Een paar dagen later zag ik na jaren mijn eerste liefde terug. Ik was al in lange tijd niet meer zo zenuwachtig geweest. Het was alweer bijna tien jaar geleden, maar toen ik haar zag wist ik meteen dat het nog niet klaar was. Althans, dat hoopte ik.

Ze had gestudeerd en was inmiddels basisarts. Ze stond op het punt om door te studeren voor Intensive Care-arts. Ook zij was zenuwachtig, zei ze. Ze was aan het begin van de middag zelfs al whisky gaan drinken, om haar zenuwen te dempen. Het had niet geholpen. Een nerveuze arts lijkt me bijzonder onhandig. Zeker op de Intensive Care moet je koelbloedig en pragmatisch handelen, emoties zijn er waardeloos.

Ik vertelde haar over mijn vriend met de klaplong.

'Lang, mager? Rookt hij?'

Ik knikte. Ze lachte.

Toen ik mijn vriend in het ziekenhuisbed zag liggen, gedrogeerd en aangesloten op allerlei slangen, was dat confronterend. Maar nu ik mijn toekomstige arts zag kon ik me geen groter geluk voorstellen dan van haar de meest intensieve zorg te ontvangen. Ik zal haar zenuwachtig trillende hand en whiskykegel voor lief nemen, elke dag weer. Op goede dagen zal ik vragen of ze zin heeft in een midweekje Texel. Amerika mag ook. Ik zal de ideale patiënt zijn.

Jonah Falke (25) is schrijver, kunstenaar en muzikant. Hij studeerde Fine Art Painting aan ArtEZ, Enschede. Hij exposeerde in binnen- en buitenland en maakte als frontman van de band Villa Zeno de plaat Self Made Woman. In september verschijnt zijn debuutroman Bontebrug (Lebowski), 'een klassieke coming-of-ageroman, op het papier gesmeten door een geboren schrijver.'