Op deze plek schrijft ELLE’s Lisa Goudsmit om de week over hoe het écht is om een tweeling te hebben. Over nooit meer slapen, twijfelen aan alles, pogingen jezelf te blijven, realiseren dat je een andere zelf bent nu, (gebrek aan) fesjun, veel lachen en huilen maar vooral over hoe je je leven met dit alles toch nog een beetje spic, span en spang houdt. En daar genadeloos in faalt. #tiredbutnotsexy.

In de krant

Vroeger. Vroeger droomde ik ervan in de krant te staan. 'Jonge vrouw schrijft bestseller.' Of: 'Amsterdamse wint gouden turnmedaille op de Olympische Spelen.' Of: 'Meisje redt kat uit de boom.' Grootse dromen had ik.

Nou, mijn droom is uitgekomen. Ik, of eigenlijk wij, staan in de krant. Alleen is de kop van dit artikel 'Jonge gezinnen verlaten massaal de stad' en is de strekking van het verhaal ook niet precies zoals ik mijn leven vroeger voor me zag.

Ik wil niet klagen. Echt niet. We leiden een mooi leven hoor, mijn man, zoons en ik. We zijn gezond. Alle opa's en oma's leven nog. Onze vrienden zijn de leuksten. We hebben mooi werk. Genoeg bananen om te eten en kleding om aan te trekken. Te veel eigenlijk. Maar wat ik wel heb geleerd het afgelopen jaar, is dat het leven niet altijd loopt zoals je het vroeger voor je zag. De meeste dromen zijn nou eenmaal bedrog. En dat is oké.

Een eigen huis, een plek onder de zon

Wat is de situatie? Zoals ik hier vorig jaar vertelde, wonen we in een heel fijn appartement in Amsterdam. Het enige probleem: het bevindt zich op twee hoog. Het naar beneden krijgen van zowel de jongens als de kinderwagen is gedoe, want ik ben niet de handigste of sterkste meid ter wereld. Dat weet ik van mezelf (is ook moeilijk te ontkennen als je over je eigen benen struikelt en per ongeluk snoeren doorknipt), daarom zoeken we al sinds de ontdekking van de tweelingzwangerschap naar een betaalbaar, leuk huis op de begane grond. Wie een beetje de Amsterdamse woningmarkt - en die van andere steden - volgt, weet dat dat lastig is. Schier onmogelijk, eigenlijk.

Na anderhalf jaar zoeken begonnen de vader des huizes en ik daarom voorzichtig, heel voorzichtig, te kijken naar huizen buiten de Ring. Dit klinkt als het begin van een verwend-Amsterdams-meisje-verhaal en dat is het ook. Het geval wil namelijk dat ik heel mijn leven, op een tijd in het buitenland na, binnen een straal van 5 kilometer van mijn geboorteplek heb gewoond. Deze stad is, en dat schreef ik eerder dit jaar ook al, mijn thuis, mijn haven. Altijd was ik van plan om hier ook mijn kinderen op te laten groeien.

youtubeView full post on Youtube

Zoals Danny de Munk zong in 1985, een jaar voor mijn geboorte:

Al geven ze geld toe,
en dringen ze aan,
Ik denk er niet aan
om uit Mokum weg te gaan!

Echt Goois meisje

Maar het is inmiddels 2019. Danny de Munk woont, samen met vrouw Jenny en kids, alweer jaren in Purmerend. Hij bezong het Amsterdam van de jaren tachtig, een stad waar nog krakers en junks woonde, als een plek met 'poep op de stoep' en 'kapsones in Zuid', waar hij toch nooit weg zou gaan. En toch ging hij. Misschien omdat hij meer rust wilde, minder poep op de stoep, meer plek voor zijn kinderen om buiten te spelen, minder kapsones. Wie zal het zeggen. Laat ze lekker lullen, toch ff lekker zo.

Wij hebben inmiddels ook de knoop doorgehakt: we zijn dat doorsnee gezin geworden uit de krant, dat noodgedwongen de stad verlaat. Niet omdat ik me erger aan de poep op de stoep of aan de kapsones, maar omdat de huizenprijzen simpelweg te hoog zijn. Toen we eenmaal besloten buiten de Ring op zoek te gaan, vonden we binnen twee maanden een fantastisch grotemensenhuis met tuin én trappen, zo'n 20 kilometer verderop. We gaan niet naar Purmerend (al zou ik dat vet gezellig vinden, samen met Danny en Jenny) maar naar het Gooi, dat volgens sommigen ondanks het gebrek aan poep op de stoep letterlijk bekakt is en waar kapsones niet alleen in Zuid voorkomen. Het Gooi, waar ik eindelijk een echt Goois meisje kan zijn. Of Gooise vrouw, ook goed.

Mokum 4ever

En guess what? Zelfs in dat zogenaamd chique Gooi zijn de huizen betaalbaarder dan in onze hoofdstad. Daarbij is er meer groen, meer rust, meer ruimte, meer tuin, meer lucht, en zijn er meer grootouders in de buurt.

Zodoende staat ons huis deze week te koop. Komen er vreemde mensen langs in onze veilige haven, om te kijken of ze er aan willen meren. Ze lopen de trap op, waar zij misschien zelf hun kinderen af gaan dragen. Ze bekijken onze woonkamer, slaapkamer, zitten misschien wel op onze bank en op het balkon. Ze starten iets nieuws, waar wij iets afsluiten.

Jong gezin verlaat de stad. Het is oké. Sterker nog: ik krijg er langzaamaan best zin in. Maar, om met Danny de Munk te spreken: 'Toch blijft Mokum voor altijd mijn stad!'

Auteursbio, auteur, Lisa Goudsmit
.