Dat rieten mandjes, rotan tassen en zelfs houten accessoires al een tijdje hot zijn, moge duidelijk zijn. Influencers dartelen gezellig rond met Heidi-mandjes bungelend aan hun armen en ook steeds meer luxe merken hebben tassen van het plantaardige materiaal in hun collecties. Maar waarom is dat eigenlijk?

Mooi én duurzaam

Natuurlijk (pun intended), riet (een waterplant) en rotan (een massieve tropische liaansoort) zijn in eerste instantie vooral mooi, dat is de voornaamste reden er producten van te maken. Het zijn daarnaast ook lichte en relatief betaalbare grondstoffen en dus geschikt voor trendy modellen. Of ze even lang meegaan als tassen van leer is de vraag; de materialen kunnen vrij snel slijten en zijn, zonder goede behandeling, niet waterdicht. Dan is hout, waar bijvoorbeeld Cult Gaia prachtige accessoires van maakt, een stevigere optie.

instagramView full post on Instagram

Waarom dan toch voor riet of rotan kiezen? Naar mijn bescheiden idee past deze materiaalkeuze in een grote tendens van vegan choices. Niet alleen eten steeds meer mensen veganistisch; ook als het om mode gaat, groeit het bewustzijn over de herkomst van materialen. Lees hier bijvoorbeeld meer over de productie van mohair en wol.

Plastic en nepleer

Steeds meer merken kiezen daarom voor dier- en milieuvriendelijk geproduceerde materialen (al is het de vraag of bijvoorbeeld leer ooit echt diervriendelijk geproduceerd kan worden), of ze zijn helemaal vegan en gebruiken geen dierlijke materialen als wol, zijde en leer. Het alternatief voor laatstgenoemde is óf materialen gebruiken die eruit zien als leer, zoals tassen- en schoenenmerk Matt & Nat bijvoorbeeld doet, of juist iets heel anders, zoals het plastic dat schoenenmerk Melissa al jarenlang gebruikt.

Gucci en bamboe

Een nog natuurlijkere keuze dan nepleer of plastic is dus kurk, rotan, hout, riet of bamboe. Eerder in de geschiedenis zagen we de keuze voor laatstgenoemde ook al, bij de legendarische Bamboo Bag van Gucci uit 1947. In dit geval was schaarste echter de hoofdreden. In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog waren veel materialen niet verkrijgbaar, maar bamboe uit Japan wel. Gucci waagde de gok en maakte een tas met bamboe-hengsel. Lang verhaal kort: een mode-icoon was geboren, de bamboetas is nooit meer uit de collectie gegaan.

Interieur en mode gaan gelijk op

Goed, terug naar de rieten en houten tassen van nu. Er is geen schaarste aan leer, maar die kan wel komen als er steeds minder mensen vlees gaan eten en leer als restproduct dus minder beschikbaar wordt. De keuze voor riet en hout is dus eerder een bewuste keuze die gezien kan worden als symbool dat dierlijke materialen steeds minder geaccepteerd worden. Ook in interieur is rotan overigens al een tijdje bon ton, niet toevallig natuurlijk. Dit heeft dezelfde ethische beweegreden, maar ook een esthetische: de seventies zijn zowel in interieur als mode al een tijd happening.

Of het gebruik van riet en hout, of in ieder geval de verwerking daarvan, ook daadwerkelijk milieuvriendelijker is, is overigens nog maar de vraag. Maar dat het veganistisch is, dat staat vast. Of het mooi en/of praktisch is? Daarover mag je zelf oordelen.