In Mentorles vragen we oprichters, besluitvormers, spinnen-in-het-web en andere vrouwen die in hun werk aan belangrijke knoppen zitten of vakinhoudelijke invloed hebben, hoe ze hun werk doen.


Foto: Maeve Stam.

Esther Stam maakt interieurs; dat is in het kort wat ze doet. Dat doet ze niet alleen: ze richtte tien jaar geleden Studio Modijefsky op, dat inmiddels acht werknemer telt – toevallig allemaal vrouwen. De kans is groot je eens een foto hebt gemaakt van Studio Modijefsky’s werk, want ze ‘deden’ het Amsterdamse Bar Botanique, de Kanarieclub, Visaandeschelde en Bar Basquiat, de Rotterdamse City Hub en restaurant Commons van het Maastrichtse Student Hotel. Tussendoor doen ze ook bedrijfsruimtes en woningen, en momenteel is Studio Modijefsky bezig met de Haagse Foodhallen, het Amsterdamse Blauwe Theehuis en de Franse Wolford-winkels. Esther Stam woont samen met haar vriend in een Amsterdams appartement.

Over de gemiddelde ochtend ‘Ik zet mijn wekker om 6.50 uur, veel vroeger dan nodig is, want ik heb elke ochtend de intentie om veel te doen – yoga, ofzo – maar doe dat dan niet. Mijn vriendje vindt dat irritant. Meestal gaat het dus zo: we draaien ons samen nog drie keer om, ik ga pas om 7.30 of 7.45 uur uit bed, dan maak ik muesli, geef mijn kat eten, lees de krant – vaak maar een artikel, want veel tijd heb ik inmiddels niet meer –, douche, maak me op, en dan fiets ik in tien minuten naar kantoor, waar ik tussen 9.00 en 9.30 uur ben.’

Over klassiekers die de tand des tijds doorstaan ‘Ik heb de ambitie om interieurs te maken die er nog een heel poosje zijn. Dat zijn wat mij betreft de beste. Dat vind ik ook vet aan Franse barretjes: die hebben al twintig tanden des tijds doorstaan en kloppen nog helemaal. Twee jaar geleden werkte ik met een Amerikaanse opdrachtgever die hier de interieurs kwam bekijken en de typische ‘it’-plekken bezocht, zoals Scheepskameel, Kaagman & Kortekaas en Breda. Fantastische restaurants die ik te gek vind, maar ik zei wel: ga nou juist naar Toscanini, Café Restaurant Amsterdam of café Schiller op Leidseplein. Dát zijn de klassiekers die zich allang hebben bewezen en tekenender zijn voor Amsterdam. Maar hetzelfde geldt voor een kroegje hierachter, De Drie Fleschjes, een eeuwenoud proeflokaal, met niet veel meer dan ossenworst, blokjes kaas en bier op het menu. Iets als de Goudfazant is wat mij betreft ook al bijna zo'n klassieker.’

Over de snelheid van de Amsterdamse horeca ‘Soms vind ik het heftig hoe snel de Amsterdamse horeca nu gaat, het tempo waarin horecazaken worden gebouwd en weer afgebroken. Dat is een enorme kapitaalvernietiging; dan wordt er veel energie en geld in een zaak gestoken, en is het een paar jaar later weer iets anders. Het is fijn als dingen er een tijdje mogen zijn, en ik vind dat het ook in deze tijd past, waarin duurzaamheid belangrijker wordt.’

Over genoeg geld verdienen ‘Gesprekken over geld zijn niet per se de fijnste gesprekken, maar je moet ze wel voeren en je mannetje staan. Ik moest in het begin leren om offertes te maken die klopten bij de tijd die ik in een project stak. Hoe ik dat heb geleerd? Als je maar vaak genoeg héél veel uren hebt gemaakt en toch niet uitkomt met je geld, wordt het vanzelf iets waar je verandering in wil zien. Dan leer je: oh ja, het is niet alleen leuk om te werken, je moet er ook aan verdienen. Bovendien: je werkt blijft niet voor altijd leuk als je nooit betaald wordt naar wat je waard bent. We werken bij Studio Modijefsky nog steeds heel veel uren, en altijd nog wat te veel, dat is prima, maar we voeren nu betere tarieven en houden onze uren beter bij – en als er iets aan het project wordt veranderd, verandert de prijs ook mee. Wat ook helpt, is dat ik het niet meer alleen ben – ik ben het aan mijn werknemers verplicht.’

Over een geordende administratie ‘Ik ben iemand die alles op briefjes schrijft, maar op een gegeven moment word je te groot voor briefjes. Gelukkig kwam er op een gegeven moment iemand die er wel goed in is en meer structuur aanbracht, waardoor het weer in balans is.’

Over hoe ze Instagram gebruikt ‘Ik vind Instagram prettig, het biedt me een kans om het proces van een project te laten zien. Zonder social media zou je alleen maar het eindresultaat zien – een interieur dat af is. Nu kan ik foto’s posten van inspiratie; een foto van een buitenlands verkeersbord met mooie kleuren, een bepaalde vloer, een waslijn tegen een gekleurd huis in Portugal, een uithangbord van een Marokkaanse kapper. Het kan van alles zijn. Ik kan ook het proces laten zien, hoe een bar eruit ziet als hij wordt gebouwd, of hoe de werkplaats eruit ziet als een bepaald materiaal wordt gemaakt. Mijn Instagrampagina is voor mij een collage van hoe ik naar de dingen om me heen kijk, en ik hoef daar zelf eigenlijk nooit op te staan.’

Over hoe men nu horecaplekken kiest op geschiktheid voor social media ‘Bar Botanique is heel veel gefotografeerd door allerlei Instagrambloggers. Ik vind dat leuk; het is fijn dat ze die reclame maken en meer mensen op die manier zo’n plek weten te vinden. Mensen die daar op af komen, krijgen uiteindelijk een heel fysieke ervaring. Dat vind ik het mooiste aan mijn werk: je bouwt letterlijk een wereld om iemand heen, een wereld waarin iemand gaat zitten, gaat eten, waarin alles even klopt – de stoffen, de kleuren, de materialen, en dat je daarin ondergedompeld wordt. Ik voel ook altijd aan alles wat we in een interieur plaatsen. Dat tactiele is heel belangrijk.’

Over een groot misverstand over haar werk ‘Op mijn opleiding aan de Willem de Kooning Academie gaat het voor negentig procent over het creatieve ontwerpen zelf. Maar in de werkelijkheid ben je als interieurarchitect enorm veel met projectmanagement bezig; er zijn altijd super veel partijen betrokken. We zijn niet de hele dag creatief aan het fröbelen. Ik ben nu bezig met een klein barretje, maar als ik dan op de bouw kom, kan er een interieurbouwer staan, een vloerenman, een aannemer, iemand die de beveiligingscamera installeert, iemand die de bierinstallatie doet, een speciale schilder – snap je? Je moet in mijn werk goed kunnen omgaan met al die verschillende mensen, en je moet zelfverzekerd genoeg zijn om iedereen mee te blijven nemen in je ontwerp. Soms is een muur een lange tijd schreeuwerig rood omdat de rest nog niet af is en de context nog niet duidelijk is, en weet jij als enige dat alles straks perfect samen zal vallen – dan moet je er voor zorgen dat iedereen vertrouwen blijft houden in het proces.’

Over hoe ze nieuwe mensen aanneemt ‘Ik kijk naar iemands persoonlijkheid: staat iemand voor iets? Dat betekent niet dat je heel prominent of luid hoeft te zijn, je kunt ook staan voor een bepaalde zachtheid. Daarnaast kijk ik uiteraard naar iemands portfolio: klopt iemands “feeling” voor interieurs? Wat in ieder geval belangrijk is, is dat iemand georganiseerd is en foutloos aflevert, want je kunt in dit werk niet chaotisch zijn. Dat heeft te maken met de grootte van projecten: elke tekening moet kloppen, ieder cijfer, elk detail. Je moet goed zijn in ergens honderd keer doorheen gaan en zeker weten dat alles klopt, want de gevolgen van kleine foutjes kunnen groot zijn.’

Over wat ze overschat vindt ‘Misschien is het iets van nu, maar ik merk steeds vaker een soort… overcommunicatie, waarin ook iedereen een mening heeft, waardoor je soms juist uit het oog verliest waar het om gaat en dingen minder helder worden.’

Over de programma’s die ze gebruikt ‘We maken onze tekeningen in Autocad en gebruiken Sketchup om die tekeningen in 3D te maken. We maken van ieder project een mini-magazine, zodat de klant ziet wat het idee is, en daar gebruiken we Indesign, Photoshop en Illustrator voor. Facetime is voor ons ook heel belangrijk: als een elektriciteitskabel niet goed uitkomt op de bouw, kun je via Facetime meteen zien hoe de vork in de steel zit en nadenken over een oplossing. Whatsapp gebruiken we ook; per project maken we een speciale whatsappgroep aan.’

Over de belangrijkste collega’s op afstand ‘We maken interieurs graag op maat. Dat betekent dat de dingen die we willen nog niet te koop zijn, maar speciaal voor ons gemaakt moeten worden. Onze vaste interieurbouwers, waarvan we weten dat ze veel kunnen en goed zijn, zijn dus heel belangrijk voor ons. Een van de vaste interieurbouwers waarmee we werken, is Fiction Factory in Amsterdam-Noord. Als we een bepaald object met een glazen lamp verzinnen dat nog nooit is gemaakt, zul je bij een gemiddelde lichtsupplier horen: sorry mevrouw, dat hebben we niet, maar dit en dit en dit wel. Bij Fiction Factory denken ze: tof, hoe kunnen we dit het beste gaan maken?’

Over waar de naam Modijefsky vandaan komt ‘Mijn Joodse oma had als achternaam “Modijefsky”, en dat klinkt natuurlijk beter dan “Stam”. Maar vooral vind ik het mooi dat de familienaam nu blijft voortbestaan – dat is bij veel Joodse families, gezien de geschiedenis van de afgelopen eeuw, uiteraard geen vanzelfsprekendheid.’

WATCH NEXT

preview for Modetrends spring/summer 2019