ELLE's Marjolein Stormezand gaat, na vier jaar alleen te hebben gewoond (en een eerdere horror samenwoonervaring), samenwonen. In de nieuwe rubriek 'Samenwonen, hels of hemels' onderzoekt zij hoe het een beetje leuk te houden met elkaar.


Het was een vrijdagavond. Ik ging iets voor mezelf doen, hij ook. Mijn 'iets voor mezelf doen' kwam neer op slapen. Hij ging 'even naar een vriend'. 'Even naar een vriend' werd kroeg en club en 'stomdronken'. Dat leerde ik een dag later. Het was maar goed dat ik op dat moment nog in mijn oude woning sliep. Dat bedacht ik me ook pas later. Ik herinnerde me ineens wat ik nog meer heel onaangenaam vond aan samenwonen: 's nachts alleen in een bed wakker worden zonder dat je weet waar die ander uithangt. Dat je om 01.12 je laatste sms ontvangt waaruit overduidelijk blijkt dat de ander in beschonken toestand is en voorlopig niet naar huis komt maar er toch iets staat als 'Hvj, tot zo.'

Ik was vroeger klaar met werken. Een uur eerder en het voelde als uren. De zon scheen, ik had zin om op avontuur te gaan. Ik ging de buurt bewandelen (disclaimer: ik ben zwanger, remember, dat slapen en dat wandelen, 'het is niet mij', het is een tijdelijke staat van zijn). Hij zou zo thuiskomen. Ik liep naar buiten met een vreemd gevoel: is het nu gek dat ik zonder iets te melden wegblijf? Moeten we niet samen eten? Wat is eigenlijk het plan? Het is wel etenstijd. Waar heeft hij dan trek in? Waar heb ik trek in? Zal ik teruggaan? Nee joh.

'Mooi was die tijd dat wanneer we samen waren, we ook samen doorbrachten'

Voordat we besloten een huis te gaan delen, was het leven vrij overzichtelijk: waren we bij elkaar, dan waren we met elkaar. Nu ziet het er al als volgt uit. Bij thuiskomst: hij op zijn telefoon, ik op de computer. Tussendoor: ik een beetje verdwaasd in het huis, hij op zijn telefoon. In bed: ik met een boek, hij met de telefoon. Je hebt 'm: we zijn wel samen maar niet samen (en hij zit echt overdreven veel op zijn telefoon). Het is wellicht aanstellerig en ook wat voorbarig, maar ik typ het toch: mooi was die tijd dat wanneer we samen waren, we ook samen doorbrachten.

Hoe deel je je vrije tijd nog in, hoe geef je die ander ruimte en wat betekent tijd samen doorbrengen als je altijd samen bent? Ik klaag hier niet echt over maar bespreek het voorzichtig met Collega M: 'Word je dan straks zo iemand die date night inroostert om vervolgens samen op de bank te gaan hangen?', is haar reactie. 'Nee joh', mompel ik, en heb door hoe ik op haar overkom. Terwijl ik naar mijn bureau loop, begrijp ik eigenlijk wel waarom die stellen dat doen. Niets tegen M. zeggen daarover, bedenk ik me op tijd.

Got it. We moeten wéér gaan praten.

Waar het voorheen vanzelfsprekend was dat we de tijd samen ook daadwerkelijk samen doorbrachten, ligt het nu anders. Dit lees ik op een online magazine voor spirituele ondersteuning: 'Jullie spreken niet meer af, maar zien elkaar standaard wanneer jullie thuis zijn. Dat betekent dat er ook tijden zullen zijn waarbij jullie samen in dezelfde ruimte zijn, maar niet daadwerkelijk ook samen iets doen. Het is prettig om van tevoren te bespreken wat de behoeftes zijn op het gebied van quality time en tijd voor jezelf. Stellen kunnen elkaar namelijk elke avond zien en tóch weinig tijd met elkaar doorbrengen. Andersom vinden anderen het juist lastig om aan te geven nu even een avondje voor zichzelf te willen.'

Got it. We moeten wéér gaan praten. Is toch het dingetje hè: blijven praten met elkaar. Vraag: haalt al dat praten en van tevoren bespreken dan niet de lol uit de relatie? Worden wij dan een setje dat alles helemaal heeft uitgestippeld? Ben ik straks 'ik ken een stel dat'... waar Collega M. een tikkeltje misprijzend over doet?

Ik wil dingen weten. Hoe ga ik het gesprek aan zonder dat ik alle spanning uit de relatie zuig? Hoe hou ik het überhaupt nog spannend, jeweetwel, dat je nog naar elkaar verlangt, als je zo ongeveer iedere scheet van elkaar meemaakt? Ik wil het weten, moet het weten. Voordat hij in een telefoon verandert of nooit meer thuiskomt en ik voor altijd ga wandelen.

Ik ga het een expert vragen. Je hoort nog van me.

Marjolein Stormezand editor ELLE
.