Je bent spiksplinternieuw voor velen. Wat voor liedjes maakt Christiaan Hof?
‘Liedjes die echt zijn. En veel gaan over de liefde. De liefde is een onuitputtelijke bron van inspiratie.’

Wanneer schreef jij je eerste song?
‘Rond mijn twaalfde. Ik raakte geïnspireerd door Tears in Heaven van Eric Clapton. Dat nummer heeft me toen heel erg geraakt. Vervolgens besloot ik zelf liedjes te gaan maken.’

Welk nummer uit jouw eigen repertoire raakt jou het meest?
‘Nu alvast terug, over dat ik heel graag bij iemand wil zijn. Dat het klópt. Dat de liefde echt is.’

Over wie gaat het?
‘Over mijn vriendin. We hebben nu 4,5 jaar een relatie.’

Speel je het wel eens voor haar?
‘Ja, tuurlijk.’

Hoe reageert ze dan?
‘Vindt ze mooi.’

Hoe is het voor jou om zoiets te spelen voor degene waar het over gaat?
‘Bijzonder. Je kunt jezelf op een heel mooie manier duidelijk maken. Het is fijn dat ik haar goed kan laten weten dat ik van haar hou.’

En nu staat dit persoonlijke nummer op je album. Hoe voelt dat?
‘Dat vind ik goed. Ik denk dat mensen zich er wel in herkennen. Blij zijn in de liefde is een universeel gevoel, maar niet veel mensen kunnen dat opschrijven, of zingen. Nu doe ik het voor ze.’

Achter de schermen schijn je trouwens al langer bezig te zijn in de muziekbusiness.
‘Ja, klopt. Ik heb met Alain Clark nummers geproduceerd voor o.a. Boris debuutalbum. Ik heb ook Alain’s backing vocals gedaan.’

Hoe is het voor jou begonnen?
‘Op mijn negentiende liet ik demo’s horen aan producers in Amsterdam, die ik vervolgens mocht komen helpen programmeren. Eenmaal in de studio, bleek het dezelfde plek als waar Fluitsma en Van Tijn werkten. Zat ik opeens met ze te lunchen! Na een tijdje mocht ik wat dingen doen voor Idols, koortjes enzo. Daarna begon de samenwerking met Alain Clark, en mochten we o.a. de plaat van Boris doen. Die werd goud! Dat was één groot feest.’

Toen dacht je: maar ik wil zelf zingen.
‘Ja. Nouja, de eyeopener was toen ik voor Bastiaan Ragas Nederlandse liedjes mocht schrijven. Ik ontdekte hoe fijn het was om precies dát te kunnen zeggen wat ik wilde. Toen wist ik dat zelf liedjes moest gaan schrijven en zingen. In het Nederlands.’

Een moedige keus: niet iedereen houdt van Nederlandstalige muziek.
‘Tijdens het schrijven van de plaat mag je daar niet mee bezig zijn. Dat moet je loslaten.’

Heb jij dat ook moeten loslaten?
‘Zeker. Mijn producer heeft me geleerd terug te gaan naar datgene wat ik zélf mooi vind. Maar, ik moest ook even merken dat Nederlandse muziek écht een mooie groove kan opleveren.’

Wanneer kwam je daarachter?
‘Dat was eigenlijk pas tijdens het opnemen van de plaat. Maar na het opnemen van het eerste nummer wist ik dat we de juiste keuze hadden gemaakt.’

Hoe is het om nu opeens op de voorgrond te staan?
‘Het maakt indruk. Vooral als je op het podium staat en op een meter afstand iemand in huilen ziet uitbarsten. Het liefst zou ik dan stoppen met spelen en een glaasje water brengen. Mijn muziek blijkt mensen erg diep te raken. Mensen komen na afloop ook vaak naar me toe om te praten.’

Wat is de meest bijzondere reactie geweest, tot nu toe?
Tijdens de Horizontour op o.a. de Waddeneilanden kwam er een stoere gast naar me toe. Hij zei: '"Ik houd normaal helemaal niet van Nederlandse muziek, maar jouw muziek vind ik te gek!" Dat is precies wat ik wil laten zien met mijn nummers: het maakt niet uit in wat voor taal je zingt, want muziek op zichzelf is al een taal.’

Waar sta jij over vijf jaar?
‘Dan heb ik hopelijk al veel platen opgenomen, en misschien wel in Paradiso gespeeld? Een droom is natuurlijk een uitverkocht Gelredome.’

Maar je blijft binnen de landsgrenzen?
‘Nou, het ultieme bewijs van het feit dat muziek al een taal op zichzelf is, zou natuurlijk zijn dat ik ook in het buitenland zou doorbreken. Dus wie weet.’

Het debuutalbum Ze Vangt Me komt nog uit, nu is er de single Alleen is Maar Alleen.

www.christiaanhof.nl